‘Eindelijk is het dan zo ver!’ Een cliché, maar daarom niet minder waar. Na vier maanden ‘kunnen de schaatsen weer uit het vet’, nog zo’n kaalgevreten uitdrukking. Bovendien zeg je zoiets niet van skates: die staan gewoon te wachten in de garage. Excuses zat: buitenland, het weer, buitenland en klussen in het nieuwe huis van de jongedame (zie blog Zeezeilschool). Maar nu sta ik er dan weer bij, om 09.15 uur. ‘Het zonnetje laat op zich wachten’. De temperatuur komt net boven het vriespunt.
De route is bekend. Ze loopt langs de noordzijde van de stad, door de zogenoemde rafelranden. Een woord dat bedacht moet zijn door een gebiedsplanner. De prijsvraag luidde: ‘Hoe noem je in vaktaal de strook waar aan de grens van dorp of stad een al dan niet onbestemde bebouwing steeds weer een hap neemt uit het omringende groen?’
Met Oud-Empel voor ons, gaan we linksaf over een breed fietspad de wijk De Maaspoort in. Dit toen nog landelijke gebied vormde de frontlinie in de herfst van 1944. Eeuwen daarvoor stond het onder water tijdens schermutselingen tussen de opstandelingen en het Spaanse leger. Dat was eind november 1585. In dat jaar zitten 3.000 Spanjaarden op dijken en rivierduinen de voeten droog te houden terwijl de Hollanders ze vanaf platte boten met succes beschieten. Als het laatste paard verorberd is, kan alleen gebed nog redding brengen. Maria verhoort de smeekbeden der dapperen met een strenge vorst in de nacht van 8 december. De Spanjolen verlaten ‘hun benauwde veste’ over het ijs en doden, gehuld in witte camouflerende hemden, en passant de nodige afvalligen. In Bolduque - zoals ze Den Bosch toen noemden - komen ze weer op temperatuur Een kapelletje aan de Maasdijk herinnert aan Het Wonder van Empel.
Bij Treurenburg naar links, verderop de weg over, richting Gemaalweg. Opnieuw een gedeelte waar tijdens de Tachtigjarige Oorlog het nodige afgevochten is. Parma zelve zou in 1583 in kasteel Meerwijk geresideerd hebben. Wie weet. Als we de Dieze oversteken, ligt rechts een landtong waar vier eeuwen terug een fort de bootbrug beschermde die beide rivieroevers met elkaar verbond. Trapjes aan weerszijden markeren de plek waar toentertijd die drijvende verbinding lag. In 1629 laat Frederik Hendrik brug en fort voor wat ze zijn en verlegt hij als een ware Herakles de Diezeloop. Alleen al hiermee demonstreert de man dat de zoveelste belegering van Den Bosch een fenomenale onderneming wordt. Eentje die door aanpak en omvang internationale aandacht gaat trekken. Weliswaar kan ik nu nog janken over afloop en gevolgen, maar dat is een ander verhaal.
We drinken koffie in Engelen en de zon breekt door. We rijden verder. Over de sluis langs fort Crèvecoeur (inderdaad, ook een memorabele plek) en dankzij het fantastische weer ‘schaatsen we er lustig op los’. Opnieuw door De Maaspoort en wat later keren we ‘moe maar tevreden huiswaarts’. In de omgeving van de stad 'ligt het verhaal voor het oprapen'. Zo blijkt maar weer eens wat een fantastische sport skaten is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten