Als het kleine Den Bosch uit zijn eerste muur barst, begint in de 14de eeuw de bouw van de tweede editie. De omvang van de stad neemt gelijk toe van negen naar meer dan 100 ha. Het strategische werk telt aan de binnenkant poeren ter fundering, grondbogen, kolommen, trapjes en een weergang. Natuurlijk zijn er ook schietgaten voor het gevecht met pijl en boog.
Dan wordt het kanon uitgevonden. Met dat wapen schiet de vijand dwars door 'onze' muur heen. Om dat effect af te remmen, brengen de Bosschenaren vanaf het eerste kwart 16de eeuw aarde aan achter de stenen verdediging. Die grond kwam ter beschikking door het uitdiepen van Dieze en grachten.
Wanneer je nu langs de stadmuur loopt, ligt dat pad dus meters hoger dan oorspronkelijk. Dit is heel goed zichtbaar als je bijvoorbeeld vanaf de Parklaan richting Kuipertjeswal kijkt. Onder die aangebrachte wal gaat dus vanalles verborgen. Elementen van de oorspronkelijke constructie en resten van huizen die eerder tegen de muren aangebouwd stonden.
Het is niet voor iedereen even eenvoudig om zich ter plekke de oude situatie voor de geest te halen. Bij de herstelwerkzaamheden aan de Westwal - St.-Janssingel is bij het bastion St.-Marie een aanzet gegeven. De bouwplaat lijkt historiserend; het visuele effect is er niet minder om. Achter de nieuwe oude muur is de looproute (rechts op de foto) een paar meter naar beneden gebracht. Een vleugje 'net echt'. Ik heb er nog geen kinderen met pijl en boog zien lopen; wie weet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten