Latijns-Europa ligt niet zo ver weg: van hier nog geen 30 kilometer. Wij maar denken dat we dan nog pas in België zijn, of liever in het Vlaamse gedeelte van Brabant waar onze brabobroeders wonen. Familie dus, zo goed als. En die latijnen zitten pas en stuk zuidelijker. Mooi niet dus. Het feit dat Nederlands aan weerszijden van de grens de voertaal is, betekent niks.
Het voormalige hertogdom Brabant raakte in 1648 officieel verdeeld in een Hollands en een Spaans stuk. De Spaanse Habsburgers werden in 1715 opgevolgd door de Oostenrijkse tak, en toen kwamen in 1795 de Fransen. Die lijfden ook Nederland in. Vervolgens was er nog een herenigd Brabant van 1815 tot (weer officieel) 1839. Nu blijkt het Belgische Brabant uiteengevallen in de provicie Antwerpen, Vlaams- en Waals-Brabant en een anomalie: het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Alleen dit al lijkt op een latijns compromis.
Ook bij dit bezoek aan Antwerpen vallen mij de gevolgen van die eeuwenlange scheiding duidelijk op. Om te beginnen in het taalgebruik. Zo wordt vlak bij ons hotel een 'gemeubelde studio' aangeboden en is iets verderop blijkt een restaurant op zoek naar een 'medewerkster met noties van keuken en zaal'. Elders is een parkeergarage 'voorbehouden aan de clienteel tijdens hun boodschap'. Daar kan je om lachen. Beter lijkt het me dit soort formuleringen te zien als de bevestiging dat de eigen geschiedenis van onze familieleden voor een eigen realiteit heeft gezorgd.
Een realiteit die meer betekent dan een zuidelijke taalvariant. Onze mensen daar zijn latijnen. Ze lijken meer op Italianen dan op ons. Ze hebben meer weg van mijn échte familieleden in de laars van Europa dan met de gemiddelde Bosschenaar, ook al zeggen we allemaal 'gij' en 'boekske'. Ook tijdens deze oktoberdagen zie ik hoe de Sinjoren rond lunchtijd in groten getale bezit nemen van de eetgelegenheden. Geen bruime boterham met kaas uit een zakje of trommeltje. Ze eten niet alleen beter, ook leven ze meer buitenshuis. Mijn voormalige Antwerpse zwager zei: 'Wij ontmoeten onze vrienden op café'. Opvallend groot vind ik de aandacht voor kunst, cultuur, kapper en kleding. En dan die opvallende ongeordendheid van het landschap. Plus het ogenschijnlijke afwezigheid van een 'welstandscommissie' bij het goedkeuren van bouwplannen voor appartementsgebouwen en particuliere huizen. Het ontbreken van een nationale regering. Kortom: latijnen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten