Antwerpen heeft acht kilometer bewandelbaar riool. Daarvan is 1.400 m met een gids te bezoeken. Als er één manier om de wording van deze metropool te leren kennen, dan is het wel in de spelonken van deze stad.
Het begin van Antwerpen ligt aan de Schelde. Er komen ook huizen te staan aan een vliet die uitkomt in de rivier. Als de bewoners na de Vikingen in rustiger vaarwater geraken, is er ruimte voor groei. Voor het vervoer, de nijverheid en de verdediging, worden waterlopen gegraven: ruien.
In de loop van de tijd vervuilt dat stadse stelsel van kanaaltjes. Afval van arbeid en spijsvertering zorgt voor een toenemende stankoverlast. Overkluizing van het (inmiddels) riool moet ziekte en een niet te harden geur indammen. In de 19de eeuw is de zooi echt aan oog en neus onttrokken.
Al zie je de vuiligheid niet meer, ze is er nog wel. Reden voor het stadsbestuur om (nog) meer werk te maken van het rioolbeheer. Die inspanning is nu zo ver gevorderd (met zuiveringsinstallaties en al), dat een wandeling tot de toeristische mogelijkheden behoort.
Als wij donderdag jl. ondergronds gaan, is dat voor mij de tweede 'ruientocht'. De gids vertelt het verhaal over het ontstaan van dit labyrint. En daarmee de genesis van de Sinjorenstad. Er zijn nogal wat anekdotes die met smaak gebracht worden. In vergelijking met twee jaar geleden blijken de ratten bijna verdwenen te zijn.
Een kleine drie uur lang 'doorlopen' we de zo'n veertien eeuwen historie. 'Antwerpen in de rui', als ik dat zo mag zeggen: een bijzondere wandeling. Oppassen voor uitsteeksels, een soms onzichtbare goot en ongelijke glibberige kasseien. Het ruikt naar but. Het gebruik van laarzen, knijpkat en overall is bij de prijs inbegrepen. (Ongeschikt voor lieden met 'spinnenvrees'.)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten