dinsdag 15 oktober 2013

Membrillo

Sta ik op een dag in de laatste week van september op mijn beurt te wachten bij het vlees- en kaasvak. Voor mij wordt een man geholpen die kennelijk voor een grote familie de weekendinkopen doet. Als ik denk dat hij eindelijk zijn lijstje afgewerkt heeft, loopt hij naar de kopse kant en wijst iets aan waarvan ik de naam niet versta. De verkoopster komt richting weegschaal met een stuk ik-weet-niet-wat, waarvan ze op aanwijzing een flinke plak afsnijdt. Geen idee of het om vlees of kaas gaat, in elk geval is de kleur van de substantie stoofpeertjesrood.

‘¿Qué es?, vraag ik. Nou wil ik het weten ook. ‘Crema de membrillo’, luidt het antwoord. Daar schiet ik nog geen centimeter mee op, want het woord ‘membrillo’ is mij onbekend. ‘Een stevige vruchtengelei’, krijg ik als toelichting. ’Erg lekker bij kaas. U mag dadelijk vast een stukje proeven van de verkoopster. Goedenavond’. En weg is het heerschap.

Als ik aan de beurt ben, tref ik een andere verkoopster. ‘¿Algó?’, vraagt ze als ik aan dit vak bijna klaar lijk te zijn. ‘Nog iets?’ Ik weet het woord niet meer en verplaats me dus ook maar naar de kopse kant waar ik de rode homp aanwijs en vanaf het bijbehorende kaartje aflees ‘Crema de membrillo’. ‘Erg lekker bij kaas’, zegt de dame aan de andere kant. Ik krijg een stukje om te proeven, laat een schijf van dit zoete spul afsnijden en bestel meepesant ook nog een stuk kaas ook nog ook nog. ‘Semicurado’ van het merk Gran Capitán. 

Thuis leg ik de meeste aankopen weg en houd kaas en membrillo apart. Eens kijken of het net zo lekker is, als ik zojuist dacht. Dus snijd ik van beide stukken een partje af waarna ik ze aandachtig proef als betreft het een delicate wijn. Een prima combinatie. De vraag is: wat is membrillo?

Het woordenboek geeft uitkomst: kweepeer.

Ik kan me niet herinneren dat ik dat eerder gegeten heb. Kweepeer, da’s toch niet voor consumptie? Tot nog toe meende ik dat ‘kwee’ een soort afwijzing inhield. Zo van ‘bijna-peer’, niet helemaal, niet echt, net niet. Niet eetbaar dus. Bovendien was ‘kwee’ bij ons thuis een niet zo’n positieve benaming voor een soortement mannen: niet helemaal, niet echt, net niet. Wat ik beter ging snappen toen ik tijdens een college etymologie hoorde dat kwee, kweene en queen een gezamenlijke stamboom kennen. En deze kweeperengelei was me toch lekker.

Sinds enige tijd eet ik dus met smaak kaas plus membrillo. En vraag ik me af hoe het toch mogelijk is dat ik - hoewel ik frequent in Spanje ben en op de meest uiteenlopende plaatsen streekproducten eet - nog niet eerder ‘membrillo’ leerde kennen. Het blijkt in allerlei schappen te liggen. Er is zelfs een lang houdbare variant. Deze kennismaking is te vergelijken met wat een Spaanse toerist kan overkomen die in Brabant het verschil weet tussen Borkel en Schaft, zult en balkenbrij eet, houdoe kan zeggen en na zoveel jaar ontdekt dat er in die provincie nog zoiets bestaat als worstenbrood. Zoiets kan je toch niet missen, zou ik zeggen.

Hoe het thuis in Nederland verder zal gaan met de kweeperengelei en mij weet ik niet. De er al op nageslagen internetfora wijzen op een zeer ingewikkeld bereidingsproces voor de thuiskoker, terwijl het kant-en-klare product in Nederland moeilijk verkrijgbaar zou zijn. In dat geval krijgt het een plaats op het lijstje waarop ook churros, chopitos en clarita staan. Dingen die nergens zo lekker smaken als in hier. In Spanje dus. Iets om naar uit te kijken.

Zo gauw ik weer in Den Bosch ben, ga ik de voorraad worstenbroodjes op peil brengen. Ik zou er bekant van naar huis gaan verlangen.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten