Sta ik op een dag in de
laatste week van september op mijn beurt te wachten bij het vlees- en kaasvak.
Voor mij wordt een man geholpen die kennelijk voor een grote familie de
weekendinkopen doet. Als ik denk dat hij eindelijk zijn lijstje afgewerkt
heeft, loopt hij naar de kopse kant en wijst iets aan waarvan ik de naam niet
versta. De verkoopster komt richting weegschaal met een stuk ik-weet-niet-wat,
waarvan ze op aanwijzing een flinke plak afsnijdt. Geen idee of het om vlees of
kaas gaat, in elk geval is de kleur van de substantie stoofpeertjesrood.
‘¿Qué es?, vraag ik. Nou
wil ik het weten ook. ‘Crema de membrillo’, luidt het antwoord. Daar schiet ik
nog geen centimeter mee op, want het woord ‘membrillo’ is mij onbekend. ‘Een
stevige vruchtengelei’, krijg ik als toelichting. ’Erg lekker bij kaas. U mag
dadelijk vast een stukje proeven van de verkoopster. Goedenavond’. En weg is
het heerschap.
Als ik aan de beurt ben,
tref ik een andere verkoopster. ‘¿Algó?’, vraagt ze als ik aan dit vak bijna
klaar lijk te zijn. ‘Nog iets?’ Ik weet het woord niet meer en verplaats me dus
ook maar naar de kopse kant waar ik de rode homp aanwijs en vanaf het
bijbehorende kaartje aflees ‘Crema de membrillo’. ‘Erg lekker bij kaas’, zegt
de dame aan de andere kant. Ik krijg een stukje om te proeven, laat een schijf
van dit zoete spul afsnijden en bestel meepesant ook nog een stuk kaas ook nog
ook nog. ‘Semicurado’ van het merk Gran Capitán.
Thuis leg ik de meeste
aankopen weg en houd kaas en membrillo apart. Eens kijken of het net zo lekker
is, als ik zojuist dacht. Dus snijd ik van beide stukken een partje af waarna
ik ze aandachtig proef als betreft het een delicate wijn. Een prima combinatie.
De vraag is: wat is membrillo?
Het woordenboek geeft
uitkomst: kweepeer.
Ik kan me niet
herinneren dat ik dat eerder gegeten heb. Kweepeer, da’s toch niet voor
consumptie? Tot nog toe meende ik dat ‘kwee’ een soort afwijzing inhield. Zo
van ‘bijna-peer’, niet helemaal, niet echt, net niet. Niet eetbaar dus.
Bovendien was ‘kwee’ bij ons thuis een niet zo’n positieve benaming voor een
soortement mannen: niet helemaal, niet echt, net niet. Wat ik beter ging
snappen toen ik tijdens een college etymologie hoorde dat kwee, kweene en queen
een gezamenlijke stamboom kennen. En deze kweeperengelei was me toch lekker.
Sinds enige tijd eet ik
dus met smaak kaas plus membrillo. En vraag ik me af hoe het toch mogelijk is
dat ik - hoewel ik frequent in Spanje ben en op de meest uiteenlopende plaatsen
streekproducten eet - nog niet eerder ‘membrillo’ leerde kennen. Het blijkt in
allerlei schappen te liggen. Er is zelfs een lang houdbare variant. Deze
kennismaking is te vergelijken met wat een Spaanse toerist kan overkomen die in
Brabant het verschil weet tussen Borkel en Schaft, zult en balkenbrij eet,
houdoe kan zeggen en na zoveel jaar ontdekt dat er in die provincie nog zoiets
bestaat als worstenbrood. Zoiets kan je toch niet missen, zou ik zeggen.
Hoe het thuis in
Nederland verder zal gaan met de kweeperengelei en mij weet ik niet. De er al
op nageslagen internetfora wijzen op een zeer ingewikkeld bereidingsproces voor
de thuiskoker, terwijl het kant-en-klare product in Nederland moeilijk
verkrijgbaar zou zijn. In dat geval krijgt het een plaats op het lijstje waarop
ook churros, chopitos en clarita staan. Dingen die nergens zo lekker smaken als
in hier. In Spanje dus. Iets om naar uit te kijken.
Zo gauw ik weer in Den
Bosch ben, ga ik de voorraad worstenbroodjes op peil brengen. Ik zou er bekant
van naar huis gaan verlangen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten