zondag 13 oktober 2013

Tapasstappen

Spanje kent een specifieke vorm van stappen die ik zeer ben gaan waarderen: ‘ir de tapas’. Bij voorkeur in de avond gepraktiseerd, komt het neer op een gang langs verschillende gelegenheden waar je - het liefst in geanimeerd gezelschap - een glas drinkt en daarbij een tapa eet. Het hapje is een specialiteit van juist dát adres en de prijs ervan kan inbegrepen zijn bij de consumptie. Dat laatste is overigens lang niet altijd het geval. In een onbekende stad is het handig om met een kenner van adres naar adres te gaan. Is zo’n persoon niet voorhanden, dan zit er weinig anders op dan zelf al proevend een route te ontwikkelen.

Op 12 oktober ben ik zo ver gevorderd dat ik ’s avonds - in goed gezelschap - begin aan een kleine route waarbij ik in El Médano drie adressen wil aandoen. Lokale ‘tapasstappers’ zijn al onderweg. Dat ‘onderweg’ zijn, gaat op zijn elf-en-dertigst, weinig gehaast dus: de tijd nemen voor het sociale contact lijkt van belang.

Het eerste adres is het terras van ‘La Lata del Gofio’. Het eerste woord verwijst naar een blik. ‘Gofio’ is meel van geroosterde mais. Daarvan wordt een soort koekjes gebakken en je kunt het ook ter verhoging van de smaak door de ‘potaje de berros’ roeren, de waterkerssoep die vooral op La Gomera populair is. Hoe dan ook, bij ‘La Lata’ wordt de specialiteit de ‘tapa de yogur’. Als basis dient een grote plak tomaat met daarop een aantal schijfjes gekookte aardappel, afgedekt met een dun laagje geitenkaas. De topping bestaat uit warme yoghurt met kruiden, afgemaakt met een structuur van ‘mojo rojo’, de rode pikante Canarische saus. Een tongstrelende lekkernij.

In deze hoek van El Médano is al vanaf 15.00 uur een buurtfeest aan de gang: bandje, eten/drinken, ‘dancing in the street’. De weg naar ‘Mar Azul’ - het volgende adres - leidt door de mêlee bij het orkestje. Het kan niet anders of er wordt een dansje gepleegd, waarna de tocht verder gaat naar de ‘Blauwe Zee’.

Hier is de specialiteit de ‘churros de pescado’, in dit geval langwerpige stukjes pangafilet in een krokant gebakken beslag. Elders staat dit hapje ook op de kaart; hier is het eenvoudigweg heerlijk. Met wat druppeltjes citroensap een delicatesse.

Tot besluit het terras van bar ‘Vetusta’, op 30 meter van mijn tijdelijke verblijfplaats. ‘Vetusta’ is de oude naam voor Oviedo, de geboorteplaats van de eigenaar in het Noord-Spaanse Asturië.

Naast het glas bier komt hier een portie ‘flamenquines’ op tafel. Minirollades met als kern een kwart hardgekookt ei, ingebed in laagjes paprika, ham en dungesneden varkensvlees, met aan de buitenkant een krokante laag in de olie gebakken paneermeel. Als toetje kies ik ‘tarta de queso’, kwarktaart, vergezeld van een glas ‘licor de hierbas’, kruidenlikeur.

Deze vorm van ‘tapear’ is een prettige manier om het avondmaal bij elkaar te sprokkelen. Voor alle drank en eten ben ik €16 kwijt. Waarom sta ik hier eigenlijk nog regelmatig zelf te koken?

Het antwoord om vooral ook in eigen persoon achter het fornuis te blijven staan, krijg ik de volgende morgen. Terwijl ik langs de kust ren, komt bij Playa de la Tejita de Schoonheid zelve uit het water gestapt. Afgetekend tegen de ochtendzon en in geheel natuurlijke staat. En ik besef op dit moment dat wanneer het bijzondere gewoon wordt, het niet langer bijzonder kan zijn.

Gesterkt door deze gedachte ga ik verder de zondag in.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten