Het voornemen om tot de
top van Spanjes hoogste berg te klimmen, ontstond in september 2008. Het moest
tot vandaag 26 oktober 2013 duren voor de spits van El Teide bereikt werd. Natuurlijk had het
véél eerder gekund.
Het is in mijn ogen een
heel georganiseer om tot het poortje op 3.555 m te komen, waarachter het pad
ligt dat naar het de piek op 3.718 m leidt. Om een lang verhaal kort te maken:
huur een auto om in tijd niet van de enkele bus afhankelijk te zijn. Bestel
weken, zo niet maanden tevoren via internet een pas voor die laatste 163 m. Dat
ding kost niks en je kunt binnen een marge zelf de starttijd bepalen. Als je
niet te voet omhoog wil gaan, koop dan een week voor dé datum een kaartje voor
de kabelbaan. Die brengt je vanaf zo’n 2.000 m tot bij dat bewuste poortje naar
sendero no 10. Dit ticket moet voor een bepaald uur opgehaald worden. Is het
niet druk, dan heb je geen voorrang. Is er wel veel volk, zoals vandaag met een
wachttijd van meer dan een uur, dan scheelt dat een hoop tijd en ergernis.
Overigens duurt het dan nog een uurtje voor je in de gondel kunt stappen.
Eenmaal bij dat poortje,
is al dat geplan en georganiseer vooraf om hier te komen, van geen enkele
betekenis meer. Eigenlijk geldt de toegewezen pas pas vanaf 15.00 uur. Gelet op
het tijdstip van de laatste gondel terug, lijkt het me wijs het gewoon eerder
te proberen. ‘Het is wel erg frisjes’, zeg ik om 14.00 uur tegen de controleur
die dik ingepakt - en hopelijk met een kruik aan de voeten - in een donker
hokje zat. Hij controleert de uitgedraaide ‘permissie’ en het hek mag open. In
de volle zon en veelal afgeschermd door de rotsen, vallen de temperatuur van
6ºC en de venijnige wind mee. Met een beetje conditie en goed gekleed en
geschoeid, kan iedereen die klus klaren. Ook kinderen lopen mee. Het
uitstekende pad met stapstenen kent veel rusthaventjes, want het is vooral de
ijle lucht die het klimmen inspannend maakt.
Die rusthoekjes zijn ook
geschikt om van het zicht te genieten. Vier weken geleden liep ik met mijn
nichtje het drukke wandelpad op 3.555 m vóór het poortje. Het was toen
werkelijk imponerend om vanaf die hoogte rond te kijken. Echt letterlijk ‘rond’
kijken kon vandaag vanaf de top. Voor zover niet met passaatwolken bedekt, was
Tenerife tot in de meeste uithoeken te overzien. Het Anagagebergte lag zoals
verwacht verborgen. La Gomera schitterde in het westen terwijl Gran Canaria en
La Palma zich grotendeels verstopt hadden in grote witte watten. Na afloop app
ik de jongedame: ‘Gaaf. Is wat wij zagen x 4. De volgende keer kun jij bést mee
naar de bergtop’.
Uit de krater komt rook.
Een heel klein beetje. En het ruikt er ook wat naar zwavel. Op sommige punten
zijn de keien bijzonder warm en kan je je handen verbranden bij kleine gaten
met hete lucht. Dit hoge gedeelte kleurt veel lichter dan de rest van de berg
en het lijkt vanaf het strand bij El Médano als een rond wit-geel ‘putje’ dat
uit de piek gelepeld is. Als ik morgen over het strand loop, weet ik hoe het er
echt uit ziet.
Het verblijf op deze
hoogte ervaar ik als magistraal. Hoger kan hier niet, terwijl daarmee de koek
nog niet op is. Zo kun je vanaf de kabelbaan te voet omlaag over de Pico Viejo,
de oude krater op 3.135 meter, terug naar beneden; tot bij de Roques de García.
Volgens mijn wandelbijbeltje vergt route 69 vier uur afdalen. Of misschien toch
liever route 67, een rondwandeling naar de Huevos (eieren) del Teide. Dat pad
is 90 minuten langer én wel steeds herkenbaar. Dat laatste is ook wat waard.
‘Veremos dijo el ciego’, ‘We zullen wel zien, zei d’n blinde’. Het staat in
ieder geval op het lijstje voor de toekomst.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten