'Welke sporen heeft onze aanwezigheid in jullie taal achtergelaten?' Die vraag moest ik vorige week in Toledo een aantal keren beantwoorden. Er zijn wat uitdrukkingen: 'Het gaat er Spaans aan toe' en 'Het Spaans benauwd krijgen'. Da's interessant, maar een overname van woorden in het Algemeen Nederlands?
Daar waar de Spanjaarden in De Lage Landen niet door de 'Hollanders' verdreven werden, kon het Spaans iets makkelijker wortel schieten in de lokale taal. In Vlaanderen en ook in Nederlands-Limburg kom je in dialecten woorden tegen als 'naraanje', sinaasappel ('naranja') en 'hablador', kletskous ('hablar'). Het mooiste woord is mijn ogen 'd'n amigo' voor gevangenis. Onze zuiderburen - want daar wordt het gebruikt - leggen bij de uitspraak vaak de klemtoon op de eerste lettergreep.
Ik hoorde 'd'n amigo' meer dan 25 jaar geleden voor het eerst in Antwerpen. Hoe heeft dit woord ooit de benaming kunnen worden voor zo'n onvriendelijke verblijfplaats? Aan de basis ligt het begrip 'vroon' dan wel 'vroen', voor 'heer' van een bepaald gebied. 'Vroonte' betekent 'iets wat eigendom is van de heer', zoals grond of een gebouw. Dat laatste was in sommige gevallen een gevangenis.
Ook in Antwerpen stond zo'n 'vroonte'. En in Brussel. Daar werd hij in 1522 - ten tijde van Karel V - achter het stadhuis gebouwd. 'Vroonte' werd (met umlaut) ook 'Vrunte'. Het verhaal wil dat de Spanjaarden 'vroonte' in al zijn uitspraakvarianten aanzagen voor een ander woord: 'vrunt(e)', vriend dus. En dan ligt de vertaling naar 'amigo' voor de hand. Op de plaats waar in Brussel d'n amigo stond, bevindt zich het luisterrijke hotel Amigo. De straat heet daar tweetalig Rue de l'amigo/Vruntstraat. Als gezegd behoort het woord ook tot het Antwerps taaleigen.
Dit alles blijkt - verteld aan een gezelschap Spanjaarden - een smakelijk verhaal op te leveren. En ik weet inmiddels uit eigen ervaring: je maakt er vrienden mee.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten