donderdag 1 december 2011

Het Bossche Broek (7); rare vogels

Het Bossche Broek blijft boeien. Vandaag door de aanwezigheid van aalscholvers. Zotte beesten, rare vogels. In de natuur lijkt niks zonder reden, maar waarom moeten deze dieren het dan stellen zonder waterafstotend verenpak? Het antwoord zou luiden dat ze op die manier minder opwaartse druk ondervinden tijdens het duiken. Als je per dag een pond levende vis moet najagen, is dat wel handig. En tja, daarna dus even de was buiten hangen. Als ik op 30 november langs de Dommel banjer, laten verschillende exemplaren zich met uitstaande vleugels drogen in de wind. Het is zonnig, 11°C en met dit windje lijken ze me weer snel oké.

De aalscholver was ooit een exotische vogel. In mijn ogen althans, want toen ik jong was, moeten ze hier bekant uitgestorven zijn geweest. Er was in die tijd een aflevering van de NOF (Nederlandse Onderwijs Film), die voor ons schooljeugd in beeld bracht hoe Japanners vanuit bootjes met aalscholvers visten. Ze hadden die beesten aan een lijn. Die zat om de nek van de gevederde vrienden, wat tevens voorkwam dat die onder water de visjes doorslikten. Weer aan boord gehaald, spuugden ze de buit uit en tjoep gingen ze voor de volgende raid te water. In die jaren probeerde ik te karperen, een zeer geduldig karwei. Vissen met een aalscholver leek me magnifiek. Maar goed, inmiddels is hun aantal in ons land weer toegenomen en beroepsvissers zouden deze concurrenten het liefst de nek omdraaien.

Verderop scheidt de A2 het Bossche Broek van Dooibroek, een weidegebied. Vlak voor Oud-Herlaar bevindt zich een strook met knoteiken, die dienst deed als refugium. Rechts ligt aan de Dommel de boerderij van een (achter)naamgenoot. Links voert een weg naar landgoed Pettelaar. Als gezegd, geschiedt in de natuur niks zonder reden. Waarom blijft de eik zo lang zijn bladeren - al dan niet verdord - dragen? Ik herinner me een vertelling over een arm keuterboerke. Die verkoopt zijn ziel aan de duivel, waarbij zijn vrouw als wisselgeld dient. Dat boerke is slim en hij zal zijn pand pas inlossen als de eiken kaal zijn. Dat worden ze om een bijzondere reden niet. Pietje Pek krijgt het nakijken en de boer en zijn echtgenote leven nog lang en gelukkig. Si non è vero è ben trovato: als is 't dan niet waar, dan is het toch aardig bedacht.

Linksaf dus bij Oud-Herlaar, langs een mooi door bomen omzoomd pad naar de Patersberg bij landgoed Pettelaar. Ook al zoiets: Patersberg. Veeleer is er sprake van een hoop zand met bomen, maar à la bonheur: ook die plek is omgeven met verhalen. Op die berg zou een redoute of verschansing gelegen hebben in 1629, tijdens de belegering van Den Bosch. 'Don't mention the war', denk ik en wandel verder over het landgoed. Als je een Bosschenaar echt pissig wil krijgen, moet je over 1629 beginnen. En om het een en ander af te reageren, zoek ik een kloeke boom op. Zo, dat lucht in elk geval op: rare vogels, die Bosschenaren.

Over de 'boerenfabel': http://www.beleven.org/verhaal/waarom_de_eik_vingerbladeren_heeft

Geen opmerkingen:

Een reactie posten