donderdag 29 december 2011

Geheugenpaleis (4); de psychologische tijd

Na de eerste 100 pagina’s ben ik ‘Het geheugenpaleis’ een spannend boek gaan vinden. Overigens zonder dat ik als lezer op zoek moet naar de oplossing van een misdaad. Het is eerder zo dat de auteur om elk hoek een onvoorspelbare horizon weet te creëren. ‘Wat zal het volgende vergezicht zijn?’ Daarmee krijgt het ook iets van een rariteitenkabinet. Met daarin het optreden van bijvoorbeeld kuikenseksers, geheugenatleten en de meest vergeetachtige man op aarde.

Ik ben de schrijver ook gaan waarderen om zijn ‘beeldend’ taalgebruik. ‘Goed verwoord’, denk ik regelmatig. Bijvoorbeeld bij ‘een formidabel geheugen is niet gewoon een bijproduct van expertise, het is de essentie van expertise’ (pag. 81). Jammer dat ie zelf geen wetenschapper is, anders zou ik ‘m ook nog op zijn woord geloven. Die vooringenomen houding reken ik mezelf aan. Is dat wat jaren werk in een wetenschappelijk instituut met me heeft gedaan?

Wat verbale pareltjes. Over een man die een deel van zijn geheugen kwijt is: ‘Zijn sociale universum strekt zich niet verder uit dan de mensen in de kamer. Hij leeft in het smalle licht van een schijnwerper, omgeven door duisternis’ (pag. 89). Zo’n beeld tekent voor mij de pijnlijkheid van een ‘gedachteloos leven’. In het beschreven geval heeft de persoon af en toe enig besef van de situatie waarin hij verkeert. Wanneer houdt het leven op?

Nog zo’n mooie formulering: ‘Monotonie doet de tijd inkrimpen; nieuwigheid maakt dat hij zich ontvouwt’ (pag. 93). Krijg het maar bedacht. Een aansporing om het pad van routine en vertrouwdheid met enige regelmaat links te laten liggen. Afwisseling en nieuwe beelden: ze verlengen de psychologische tijd. Ze laten de klok later slaan.

Hoewel ik – als eerder gezegd – van een populair lied nog geen twee regels foutloos kan reproduceren, het onthouden van bovenstaande citaten kost me geen moeite. Net zoals bij een recept van een smakelijk gerecht: vertel het me, en ik ga er meteen mee aan de slag. Zonder op het spiekbriefje te hoeven kijken. Of dat iets te maken heeft met wat ik nog hoop te lezen (een strategie om mijn rampzalige geheugen te verbeteren): wie weet. Ik heb nog tweederde van het boek voor me. Ook dit houdt dit verhaal spannend.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten