Zolang ik me herinner, spreekt fort Isabella tot mijn verbeelding. Meer dan 50 jaar geleden jakkerden we met de fiets over de kronkelige aarden wal richting IJzeren Man. Voor ons 'zesdeklassers' was dat smalle zandpad kilometers verwijderd van onze natuurlijk habitat en waanden we ons bij wijze van spreken ergens in een ver oord. Toch behoorde het verdedigingswerk gewoon tot de gemeente Den Bosch. Vandaag wandel ik over datzelfde weggetje. Daarbij probeer ik voor mijn buitenlandse gehoor het beeld op te roepen dat past bij de tekeningen die ik voorafgaande aan dit tochtje in enkele boeken opsloeg.
Door de aanleg van het spoor is er flink gehakt in de oude vijfhoekige schans. Aan de zijde waar wij lopen, is de structuur nog heel herkenbaar. Was het Johan Cruijff die zei: 'Je moet kijken om het te kunnen zien'? Hoe dan ook, met enige fantasie is tussen twee aarden verhogingen een gracht te reconstrueren. Veel water staat er niet en de bijna ongebreidelde bomengroei maakt de tekening onscherp. 'Kijk thuis nog maar eens op Google Earth', zeg ik, 'Dat brengt het geheel goed in beeld'. Eerder zei ik dat ook al bij fort St.-Anthonie dat hier 'net om de hoek ligt'. Althans, wat daar nog van rest. Op die plek geldt de vermeende uitspraak van het 'voetbalorakel' des te meer.
Wie als vijand de stad vanuit het zuiden tegemoet trok, moest eerst afrekenen met de bezetting van beide forten. We beschikken over gedetailleerde gegevens die laten zien wat dat in 1629 betekende tijdens de belegering van de stad. Ondanks al die kennis valt het me steeds moeilijker écht een voorstelling van zaken te maken. In mijn kop zit bijvoorbeeld de suggestie dat de zeventiende-eeuwse mens tijdens zijn leven evenveel ‘indrukken’ te verwerken kreeg als wij op één dag. Daarom zouden onze zintuigen nu steeds als een razende bezig zijn die prikkels te selecteren om te voorkomen dat we bijvoorbeeld tijdens het bezoek aan een stadscentrum knettergek worden. Daarbij waren toentertijd de Nederlanden leeg, was het vervoer over landwegen een moeizaam gebeuren en woonden ziekte en dood dichtbij. Ik noem maar wat.
Morgen begin ik aan mijn laatste optreden tijdens de cursus Boschlogie. Drie achtereenvolgende zaterdagochtenden sta ik voor vijftien deelnemers met het onderwerp ‘Den Bosch, Spaanse stad in Brabant?’ Daarna stop ik als inleider. Eerder ben ik me in dat onderwerp gaan verdiepen na de zoveelste boottocht over de Binnendieze. Daarbij zei de schipper: ‘We waren toen een Spaanse stad’. Sindsdien probeer ik te achterhalen wat dat betekend zou kunnen hebben. Binnenkort bezoek ik op uitnodiging de stad Toledo. Het ‘Wonder van Empel’ uit 1585 zal daarbij beslist ter sprake komen. En net zoals tijdens deze wandeling over de restanten van de herinnering aan fort Isabella, zal ik ook daar aan de Taag proberen te bedenken: ‘Hoe leefden die lui toen werkelijk?’
Meer over fort Isabella: http://nl.wikipedia.org/wiki/Fort_Isabella
Geen opmerkingen:
Een reactie posten