Cartagena moet een van Spanjes oudste steden
zijn. Samengevat: rond de 7de eeuw vóór Chr. kwamen hier Foeniciërs aan land
vanuit waar nu Libanon en Israël liggen. Vervolgens voeren de Grieken
voorbij, waarna de Puniciërs - de erfgenamen van die Foeniciërs - er een echte
vestingstad aan zee van maakten. Die noemden ze Qart-Hadast: Nieuw-Cartago, naar
hun belangrijkste stad Cartago in Noord-Afrika. Behalve handel was vooral de
aanwezigheid van goud- en zilvererts belangrijk voor die Puniciërs.
Aan de overkant van dat sterke Cartago lag Rome,
dat inmiddels ook een rijk van betekenis had gesticht. Aanvankelijk probeerden
de Cartagers en Romeinen elkaars aanwezigheid in het Middellandse Zeegebied op
basis van 'allianties' te verdragen. De 'grootmachten' bleven botsen en toen
Hanibal 200 jaar voor Chr. met zijn olifanten vanuit Spanje naar Rome optrok,
wist Scipio Nieuw-Cartago te veroveren. De rest van het rijk der Puniciërs
volgde.
Cartago Nova werd op basis van het
aanwezige plan heringericht en voorzien van de bekende Romeinse infrastructuur.
Voilá, het verhaal waarmee het huidige Cartagena
goede sier maakt. Onder het lezen komen automatisch namen als Kramer en Nieuwendijk voorbij: docenten die me in de vorige eeuw nog pas, dit verhaal probeerden duidelijk te maken. Dank heren; zeker wat aan de late kant en ten dele postuum, maar alsnog.
Op zaterdag 31 raken wij onder de indruk van de wijze waarop
de Spaanse stad die ontstaansgeschiedenis vertelt. We bezoeken drie musea, te
beginnen met het prachtige Museo Teatro Romano. Vormgeving en inrichting doen
denken aan de aanpak bij 'Het huis van de bisschop' in Cádiz. Na de lunch volgt
la Muralla Púnica, een fragment van de Punische muur rond Qart-Hadast.
Tenslotte is er het Museo Nacional de Arqueologia Subacuática. Om 19.00 uur is het in dat prachtige gebouw nog tjokvol met
gezinnen, want de inrichting en het geëxposeerde materiaal 'onderwaterarcheologie' zijn boeiend voor
alle leeftijden.
Cartagena heeft net zoals bijvoorbeeld Mérida,
Trier of Nijmegen een oude stadskern waar je maar een schop in de grond hoeft
te steken om interessante oude resten tegen te komen. Bij de Plaza del Lago
blijkt onlangs een stuk van de oude Romeinse weg opgegraven te zijn. Buiten het
directe centrum vertoont Cartagena veel gaten. Die zullen niet alleen met het
oude verhaal samen hangen.
Heen namen we de tolweg. De 70 km. terug rijden
we via de route over de dorpen. Leeg heuvelland met doorkijkjes naar de kust.
De immense dorheid wordt doorbroken op plaatsen waar irrigatie de flanken groen
kleurt. Veel van dat benodigde water komt helemaal van de Taag, zullen we ons later laten vertellen. Via een kanaal van noord naar zuid, meer dan 300 km lang.
Veel haarspeldbochten. Onderweg stof van een kudde schapen links, eentje met geiten rechts, drie overstekende kwartels en twee konijnen. Alles bijeen
komen we drie auto's tegen voor we zigzaggend afdalen naar het ons bekende
Calabardina. Dan is het nog een boogscheut naar ons tijdelijke verblijf in
Águilas. Een mooie dag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten