Na de lunch op 8 mei - onder een
notenboom bij rivier de Nera - verkassen we richting brug. We laten onze
auto achter bij een 'sociaal centrum' waar alleen vrienden iets te drinken
kunnen krijgen. De beheerder is ruim van opvatting. Of gewoon vriendelijk. Als
tegenprestatie verwacht hij dat wij na betaling niet om het verplichte bonnetje
zeuren. Coulantie dus ook van onze zijde.
Een flinke wandeling over bouwland brengt ons weer bij de Nera en even later waden we weer door het water. Veel overhangende takken en diepe stukken. Ik weet mijn zwiepende lijn uit het groen te houden, wat ik als beginnend vliegvissertje op zich al een prestatie vindt. Met hengelsport heeft het in mijn ogen weinig te maken en ik ga mijn vismaat en onze instructeur achterna die al een poosje meer stroom opwaarts moeten staan.
Een flinke wandeling over bouwland brengt ons weer bij de Nera en even later waden we weer door het water. Veel overhangende takken en diepe stukken. Ik weet mijn zwiepende lijn uit het groen te houden, wat ik als beginnend vliegvissertje op zich al een prestatie vindt. Met hengelsport heeft het in mijn ogen weinig te maken en ik ga mijn vismaat en onze instructeur achterna die al een poosje meer stroom opwaarts moeten staan.
Zo’n beetje tegenover de plek aan de overzijde waar we eerder de
auto parkeerden, liggen boven een zandbank wat forellen. Ze zijn duidelijk te
zien en nu is het de kunst om de vlieg bij hen in het zicht te brengen.
Inmiddels weten we dat er kunstvliegen zijn in soorten en maten.
Osvaldo maakt ze zelf. Er zijn er die kunnen drijven, die net kopje onder gaan,
exemplaren die meteen zinken. Ook de onderlijnen verschillen in lengte,
samenstelling en dikte. Lood wordt niet gebruikt dus de kracht om de vlieg op
de gewenste plek te laten landen, moet uit de hengeltop komen. Ik heb geluk en
vang een mooie forel. Daarna werken Jo en ik ons uit de naad, wijst Osvaldo ons
de vissen aan en zijn we ik weet niet hoeveel keer te vroeg of te laat met
slaan. Een mooi moment is wanneer ik een vis zie opduiken om achter mijn
voorbijstromende vlieg te jagen. Bijna gevangen. Daarna is het een uur niks.
Trainer Osvaldo Velo heeft ons de afgelopen dagen gewezen op een belangrijk moment: het uur dat de forellen gaan azen op overkomende vliegen. De tijd rond zonsopkomst en -ondergang is daarvoor ideaal. We besluiten even te pauzeren. Terwijl Jo bier haalt bij het Centro Sociale waar in de schaduw al heel de middag mannen hoorbaar zitten te kaarten, praat ik met de boer die achter me bonen poot. Is dit op zijn leeftijd hobby, gewoonte of noodzaak? Nou, hij blijkt niet de hele dag op het land bezig. 's Morgens als het nog koel is, en 's avonds na het middageten en een dutje. In dit land is het gebruik om uren vroeger dan bij ons al van avond te spreken. Terwijl ik wat met hem keuvel, vul ik van alles is. Hoe koud en afgelegen het hier in de winter kan zijn. Hoe bloedheet in de zomer. Dat zijn kinderen beslist naar de stad getrokken zijn. Hoe hij en zijn vrouw hun fornuis met ringen op hout stoken. Dat de tandarts hier ver weg moet zitten. Aan die onderwerpen kom ik niet toe aangezien het bier arriveert. Salute.
Het is zowat 20.00 uur en Osvaldo wijst ons op de vliegen boven
het water. Werk aan de winkel. Het lukt me om mijn vlieg dicht onder de andere
oever te krijgen, vlak in de buurt waar de vis zich in de schaduw van het groen
verbergt. Hebbes. Een geweldige sensatie om de weerstand van deze forel te
ervaren. Die had goed in een flinke pan gepast. Nou ja, als ik hem terugzet,
reken ik erop dat Anna-met-de-velouren-ogen voor dadelijk weer lekkere dingen
op het menu heeft gezet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten