Na 400 km dan eindelijk in Medina de Rioseco. 'Eindelijk' omdat de afstand - ook via de goede wegen - lang blijkt. 'Eindelijk' ook omdat ik dit plaatsje boven Valladolid al lang wil bezoeken.
In de 15e en 16e eeuw was dit stadje van groot belang. 'Het was groter dan Madrid', zegt de medewerkster van Museo San Francisco. 'Het koningshuis bleef ondanks alle verhuizingen dicht in de buurt. Medina de Rioseco was een knooppunt van wegen. Handel, plus veel opdrachten vanuit het koningshuis aan de ambachtslieden en kunstenaars die hier gevestigd waren. Bovendien was het de stad van de Almirantes'.
Ze legt me uit dat een 'almirante' in die tijd het bevel voerde over de vloot. Hij zat in zeggenschap hoog op de regeringsladder. En die functionaris was natuurlijk rijk. Door al deze omstandigheden bruiste het hier van leven en het voormalige klooster en de kerken getuigen hier nog van. Tja, Filips II verplaatste het hof van Valladolid naar het kleine Madrid, dat al snel uitgroeide tot een stad van formaat. Medina de Rioseco doet op deze warme namiddag ingedommeld aan. Het ligt midden een een uitgebreid leeg stuk Spanje waar het graan wordt binnengehaald en de velden zonnebloemen nog enige kleur geven aan een dor land.
In die gouden tijd waren er veel beeldhouwers werkzaam in Medina. De belangrijkste was ongetwijfeld Juan de Juni. Hij kwam uit Frankrijk (mogelijk Joigny) en hij werkte samen met andere vakgenoten. Een daarvan was Pedro de Bolduque en diens neef Mateo Enrique. De Bolduque betekent Van 's-Hertogenbosch, en elders in Spanje ging ik al op zoek naar werk dat hij achterliet. Hier dus ook in verschillende gebouwen. Ik krijg van die spraakzame medewerkster voorafgaande aan de officiƫle (en mooi vormgegeven presentatie) een snelle rondgang langs de 'Bossche' werken in het museum. Daarna zie ik nog twee kerken/musea.
En dan naar Mansilla de las Mulas.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten