maandag 4 juni 2012

Curieus België (1); taai geheugen


België is een curieus land. Daarvan vormt de Voerstreek een voorbeeld bij uitstek. In deze Vlaamse uithoek wandelen we op 1 en 2 juni vanuit respectievelijk het Zuid-Limburgse Slenaken en Noorbeek. Over de grens komen we op bekend terrein. Ook dit keer lijkt hier veel hetzelfde als aan onze kant van de weg. Schijn bedriegt: het is écht anders. Zijn de huizen, boerderijen, kerken authentieker? Geldt dat ook voor het landschap?

In elk geval hebben aan Belze zijde de hoogstammige fruitbomen de mechanisatieslag overleefd. Daarvoor heb ik eens de volgende verklaring gelezen. In de periode dat taalstrijd en politieke onrust dit gebied in het laatste kwart van de vorige eeuw tot een instabiel geheel maakten, werd er weinig geïnvesteerd. En bleef veel ongemoeid. Dat gekrakeel is nu gesust, de oude strijdkreten op muren en wegen zijn nog nauwelijks zichtbaar en de Voerstreek is een vakantieland van de eerste orde geworden. Met veel prachtig gerestaureerde B&B’s, accommodaties en huizen in de karakteristieke vakbouwstijl.

Een uitstekend wandelknooppuntennetwerk voert  ons op vrijdag 1 juni langs veelal holle wegen. We naderen Teuven dat we al van een afstand in het dal zien liggen stoven. Nederlandse opschriften overheersen er en al wat officieel is, wordt hier in twee talen weergegeven. Soms werkt dat wel komisch, zoals bij het bordje 'Hoofstraat – Rue Hoof'. Ook particulieren laten zich niet onbetuigd. Als je op elkaars lip zit, neemt de kans op woordblindheid toe. Ik lees dat dit plaatsje als enig dorp van de gemeente Voeren op verenigingsvlak multicultureel is gebleven. Niet ‘geworden’ door de opname van personen uit andere landen, maar ‘gebleven’, in een Vlaams en een Waals kamp. Stel je voor: twee fanfares, schutterijen, prinsen carnaval. Wat dat laatste betreft: dat feest moet ook hier goed gevierd worden. En dat allemaal in een dorp zo groot als een postzegel.

Stilte en rust regeren op deze lome middag in Teuven. Zelfs een buslading Zweden op weg naar de lunch krijgt deze kalme atmosfeer niet weg. Vanachter een bolleke De Koninck probeer ik nog meer grip te krijgen op wat meegesjouwde informatie. In zekere zin zit ik weer op school: in wat nu dit café-restaurant is, kregen namelijk generaties kinderen onderwijs. Op weg naar het toilet passeer ik een Nederlandstalige wandplaat over 'de koe'.

Teuven en het nabijgelegen Remersdaal blijken de enige twee kernen uit de huidige Vlaamse provincie Limburg die ooit onderdeel uitmaakten van het verdwenen hertogdom Limburg. Da’s opmerkelijk: hier wonen dus de enige échte limbo's. Dat weggegumde hertogdom had trouwens weer een nauwe band met het Land van Overmaas - waartoe de rest van de huidige Voerstreek behoorde - dat eigenlijk Brabants was. Veel nieuwe indelingen maken van dit gebied een historische lappendeken. Voldoende om te leiden tot een taai geheugen.

Na  Teuven leidt de weg omhoog door een wel bijzonder holle en tegelijkertijd smalle weg. Die brengt ons naar achtereenvolgens het Bovenste en Onderste Bos. Bij grenspaal 14 zijn we weer in Zuid-Limburg. Nederland is mooi, vooral aan de randjes.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten