maandag 18 juni 2012

Thüringen (3); staatserkend

Wat elders verdwenen is, zullen we volgens de wandelgids hier in het Thûringer Wald nog meemaken: de pure natuur. We staan op 15 juni 2012 aan het begin van een tocht door een gebied dat vanwege unieke kwaliteiten zwaar - zeg maar - gecertificeerd is.

Een van de dorpjes die we vandaag passeren, heet Breitenbach. Dat is een 'Staatlich anerkannter Erholungsort'. De weg houdt er op. Het ligt in het Vessertal, een 'UNESCO-Biosphärenreservat'. In een tv-program werd die vallei ook nog eens uitgeroepen tot het mooiste 'Wandertal Mitteldeutschlands' ook nog ook nog. Ik ben benieuwd.

Een Biosphärenbord zijn we gisteren al tegengekomen. Toen gold de erkenning een onderdeel van de streek rond de 'Talsperre Schönbrunn'. Vandaag betreft het een compleet dal. Met al deze voorkennis kan ik nauwelijks nog op pad gaan met het idee van 'we zien wel'.

Vanuit Neustadt am Rennsteig waar we verblijven, blijkt het handig om de tocht in het plaatsje Vesser te starten. Na wat donkere dagen met de nodige regen ziet het er vandaag goed uit. Vesser is een oase van rust: wandel- en wintersportoord. 's Winters schijnt het langlaufen hier populair te zijn. Er is ook een skischans. Met heuvels die de 800 meter met wel of niet halen, zal de sneeuwzekerheid moeilijk zijn.

We gaan door de bossen omhoog richting Adlerberg. Bij het Stutenhaus op 745 m. is het uitzicht grandioos. Dit wordt een halfuur later en 103 m. hoger overtroffen door het 360
° bellevue op de toren die de berg van de adelaar bekroont. We zijn gestegen van naar 650 naar 848 m. 

De plaatsjes die we tot nog toe gezien hebben, plaats ik zonder uitzondering in de categorie 'schattig'. Niet overdadig opgesmukt, niet schreeuwerig toeristisch, geen shoarma- en pizzatenten: ingetogen. Degelijk. Buiten deze leisteenrijke nederzettingen lijkt niemand te wonen. Geen boerderij te zien. Veel bosbouw. En net zoals gisteren komen we nauwelijks iemand tegen. Over een paar dagen begint het hoogseizoen. Al die hotelletjes, pensions, vakantiewoningen die we overal zien, zullen er toch niet voor niets staan. 
 

Van de Adlerberg gaat het in gehaast marstempo 438 m. naar beneden. Zelden te voet zo'n snelle afdaling gemaakt. We moeten in Breitenbach met een scherpe bocht naar links. 'Hoe zou de jeugd het leven hier vinden?' vraag ik mijn vrouw. Eigenlijk bedoel ik: 'Wie wil hier leven?' De openingstijden van de bibliotheek blijken gewijzigd. Op het mededelingenbord lees ik dat geïnteresseerden des dinsdags gedurende 120 minuten welkom zijn. Winkels zijn er niet. Wifi zo goed als onbekend. Onthaasting is geboden. Vandaar die erkenning als Erholungsort?

Nog twee van de vijf uur te gaan. We lopen langs het riviertje de Vesser. Magnifiek. Het lekkerste stuk van de tocht blijkt bij toeval tot het laatst bewaard. Prachtig landschap. Een ware bloemenpracht in bermen en grasland. Opvallend is de aanwezigheid van grote plukken lupine. Digitalis is algemeen. En overal sporen van everzwijnen. In een rustig tempo klimmen we van 410 naar 650 m.


Alsof we door een landschap uit de Romantische School gaan: heuvels, bomen en een klaterende beek. Vaak op schilderijen vastgelegd. Idyllische beelden. Als we weer in Vesser zijn, denk ik: 'Een mooie omgeving om te wonen. Met een e-reader hoef je niet naar de bieb'.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten