Op zaterdag 16 juni 2012 bezoeken we Weimar, stad in Thüringen. Genoemde 'republiek' blijkt het Duitse rijk van na de Eerste Wereldoorlog tot aan het moment dat Adolf Hitler aan de macht kwam: 1937.
'We kijken altijd door de ogen van het geheugen naar de tegenwoordige tijd', schrijft de filosoof Coen Simon. Mijn verleden met Weimar is als gezegd nihil. Ik wist niet eens dat ik het concentratiekamp Buchenwald - ook van 1937 - daar in de buurt moest plaatsen. Als mijn vrouw me op vrijdagavond nog meer gegevens opleest uit de tekst op haar iPad, veins ik interesse. Ik hoor niets meer en probeer - als betreft het een experiment - de stad als een onbeschreven blad te gaan bezoeken. Weimar, de naam klinkt als heimwee. Geen idee waarom.
Ik ben een nieuwsgierige reiziger. Ik schift de gegevens, dat wel. En dan wil ik over die geselecteerde zaken ook gelijk alles van weten. We zetten de auto bij een P+R aan de Henry-van-de-Veldestrasse tegenover het Klinikum. Van daar met de stadsbus naar het centrum. Wie was die Van de Velde? Hoe komt zo’n Nederlands klinkende naam hier op een straatnaambordje. Mijn idee is dat het om een Belg gaat.
Er zijn allerlei manieren om Weimars oude kern ‘begeleid’ te bezichtigen. Wandelend met een gids, vervoerd in bus of koetsje. Of figuurlijk aan de hand van een audiotour. Die halen we bij het VVV en na een korte uitleg kunnen we op stap. Eerste halte: een terrasje op de Markt. Koffie en zwart bier.
De gebouwen rond dit centrale plein zien er oud uit. Geen oorlogsschade? Schijn bedriegt. In februari 1945 vond een stevig bombardement plaats. Volgens de gesproken informatie kwam de restauratie snel op gang. Niet alleen dit part, het hele historische centrum ziet er prachtig uit. Gotische elementen hebben de overhand. Middeleeuwen, daar kikten de Duitsers op toen ze zo rond 1800 de Middeleeuwen weer de moeite waard gingen vinden. Dat heb ik net gelezen in het werk van Peter Raedts, 'De Ontdekking van de Middeleeuwen, Geschiedenis van een illusie'.
Weimar was lange tijd een hertogelijke residentie. Het zijn Goethe en Schiller die ons via de iTour met een grappige tweespraak door de stad leiden. De weetjes zijn verpakt in een verhaal waarin de heren tegen elkaar opbieden. ‘Stoefers’, om het met een Vlaams woord te zeggen. ‘Opsnijders’. Vermakelijk. Aan de Markt staat een hotel dat de Olifant heet. Een vergulde Henri van de Velde staat daar op het balkon. Deze Antwerpenaar blijkt als architect zijn sporen in Weimar achtergelaten te hebben. Dat met dat straatnaambordje is me nu ook duidelijk.
Van belang voor de huidige pracht van Weimar blijkt hertog Karel August van Saksen-Weimar-Eisenach (1757-1828). Zijn hof drukte in velerlei opzicht een stempel op de stad. In Karels tijd werd flink gebouwd, alleen al vanwege het feit dat branden hem steeds weer noopten om paleizen en andere imposante werken opnieuw op te trekken. 'Geld wie Heu', denk ik. Dat stond vast in 'Die Sprache der Mitte', het boek waarmee wij Duits leerden op het St.-Jans.
In de 18de en 19de eeuw was het hof een belangrijke opdrachtgever. Bach is er een tijdje in dienst. Decennia later gaat Goethe als duvelstoejager werken voor de vorst. Schiller krijgt een aanstelling aan de universiteit als geschiedenisprof. Kunst en cultuur: Weimar excelleert.
Weimar ervaar ik als een weldaad. Nergens schreeuwerig. Landelijk. Een tikje ouderwets rustig. Veel Italiaanse tenten, zoals zo’n beetje in heel Duitsland. We lunchen 'Dal Pescatore' in de Seifengasse. Buiten. Op momenten dat het verkeer over de kinderkopjes stilvalt, horen we muziekklanken vanuit het conservatorium. Hier zou ik kunnen wonen. Nou ja, tijdelijk verblijven. Het is wel vijf uur rijden van Den Bosch natuurlijk. We zien de huizen waar Goethe en Schiller met hun familie woonden. Het tweegesprek van beide heren op onze rondleidapparatuur is grandioos.
Na afloop acht ik het experiment geslaagd. Zonder voorkennis een stad bezoeken. En me laten verbazen. Moet ik misschien een gewoonte van maken. Toch wat bijgeleerd van de jongedame. Merci. En dan plankgas naar huis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten