Vrijdagavond 22 juni gaan wij aan tafel in Gummersbach. Over een uur begint de EK-wedstrijd Duitsland - Griekenland. Bij aankomst eerder die dag loopt het personeel al in T-shirts met de opdruk Germany of Deutschland. ‘Ze zien er met die dingen wat shabby uit’, zegt mijn vrouw als we het voorgerecht krijgen. Hun manieren hebben er in elk geval niet onder geleden. En de kookkunst ook niet: het is erg lekker. Als toetje bestel ik bosvruchten met zelf gemaakt ijs. Die koude lekkernij is bereid met ‘Holunderblüten’, iets wat we niet vertaald krijgen. Na de uitleg gok ik er op dat het de bloem van de vlierbes is. Die bloeit nu overal en afgelopen weken hebben we er thuis een frisse limonade van gemaakt. Het blijkt te kloppen en terwijl ik het met smaak opeet, verlaten de Duitsers de eetzaal om zich voor de tv op te stellen. Later op de hotelkamer proberen we - gelet op het opklinkende gejuich - te raden met hoeveel de Mannschaft voor staat. Ik lees verder in het spannende boek 'Getuige' van Lars Kepler en speel Wordfeud met de jongedame in Den Haag. Dit weekend is zij de verwennicht voor twee logeetjes.
Op zaterdag maken we een flinke wandeling vanuit het hotel. Op hetzelfde moment staat 240 km. verderop een bezoek aan Madurodam op het programma. ‘Vergeet de St.-Jan niet’, heb ik eerder geappt. Tja, Bossche oom.
Het weer is uitstekend voor een flinke wandeling en de rust is overweldigend. We klimmen van Windhagen naar Kalsbach. Onderweg zien we veel lievevrouwebedstro in volle bloei. Deze bodembedekker waarvan de bloem net als die van de vlierbes lekker ruikt, zal tegenwoordig niet meer in ijs of ander eten verwerkt worden. De aanwezige stof curamine werkt bloedverdunnend en dat pakt niet altijd handig uit. Gedroogd werd het gebruikt als vulling voor kussens en matrassen. Ook kan het - al dan niet in een zakje vermengd met andere kruiden - zorgen voor een geurige kamer. Of inloopkast.
Net zoals een week geleden in Thüringen blijkt ook hier de digitalis overvloedig aanwezig. Ik geloof niet dat bloem of groen in de keuken toepassing vindt. Uit het blad wordt een medicinale stof gewonnen tegen hartproblemen. In mijn tuin staat het vingerhoedskruid al een tijd in bloei. De bloemen zijn van een grote schoonheid. Ooit was het populair om uit de bouw en schoonheid van flora en vruchten de werking van God af te lezen: fysicotheologie. Er zijn nog steeds mensen die dingen in een doorgesneden appel zien. In het kroosje - voor de rest van Nederland ‘klokhuis’ - menen ze een letter of cijfer te herkennen. Wolken kunnen ook een speciale vorm aannemen. Ik zou zeggen zonder bedoeling. Tenzij natuurlijk ergens een indiaan een boodschap door staat te seinen. Da’s dan ook de enige opzettelijke zender. De indiaan staat in ons land te boek als 'zzz'.
Bij Siepen passeren we een wei vol margrieten. Die zijn allerminst 'zzz'. En op het traject Oberhagen - Niederhagen zien we veel tondelzwammen. Die halen hun kracht uit dood hout. Hun eigen kracht lag eeuwen lang in hun waarde bij het maken van vuur. Bijvoorbeeld: gaf je iemand die ten strijde trok een lading kruit mee, dan voelde die zich daardoor gesterkt. Dat spul ging mee in een koperen doosje, dat de vorm van een hart kon hebben. Dit werd bevestigd aan de riem van de soldaat of jager. Deze vulde uit dat doosje het geweer. Met wat kunst en vliegwerk liet hij dat kruit ontbranden om zijn wapen letterlijk vuurkracht te geven. Zo eenvoudig was dat laatste niet, want lucifers waren nog onbekend. Vuurstenen werden nog volop gebruikt. Tondelzwammen kwamen te pas bij de samenstelling van tondel of tonder: materiaal dat gemakkelijk in de fik vliegt. Wanneer er dichtbij vonken van een vuursteen geslagen worden. Ik bedenk me hoe traag dat in die tijd gegaan moet zijn. Zo’n konijn zat al lang kerst te vieren terwijl de jager nog met zijn geweer in de weer was.
Ik ben dol op symbolen. Ook de wandeling van vandaag is als een voetreis door een boek. Een prachtige combinatie voor iemand zoals ik met chronische leeshonger. Van Niederhagen voert een bospad ons weer terug naar Windhagen.
Op weg naar huis sla ik in Gummersbach nog gauw wat bier in. Als ik met onder elke arm zes halve liters Köstritzer Schwarzbier door de hoofdstraat sjouw, kijkt een tegemoetkomend koppeltje me vrolijk aan. Terwijl hij naar het bier knikt, vraagt de man: ‘Fussball?’
Iets meer dan een uur later weer bij Venlo in Nederland, piept mijn iPhone. Op een foto zie ik twee mini-meisjes voor een mini-St.-Jan staan. 'De jongedame heeft het goed begrepen', denk ik met een glimgrijns. 'Met cultuur kan je niet vroeg genoeg beginnen'.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten