Liefde op het eerste gezicht, daar geloof ik in. Niet die slappe klets van ‘het moet langzaam groeien’. Nee gelijk ‘baf’. Juist dat is het op 13 juni tussen mij en het Köstritzer Schwarzbier. Uiteraard kan ik het in dit geval alleen uit mijn perspectief beschrijven. Plaats van handeling café-restaurant Lusky in het plaatsje Neustadt am Rennsteig, Thüringen.
In Duitsland bestel ik graag bier van een diepzwarte kleur. Dat heeft uiterlijk veel weg van Westmalle Dubbel; de smaak is totaal anders en varieert van longadrop tot cichorei. Ik proef vandaag vooral het laatste en ben meteen verkocht. Na de eerste halve liter vraagt de dame-met-notitieblokje of ik er nog eentje lust. Om nou ook weer niet te hard van stapel te lopen, wordt het ‘ein kleines Bier’.
De rest van de week zal ik het Köstritzer zwart nog op veel plaatsen tegenkomen. Op de kaart, op viltjes, vaak in een glas op reikafstand. Het blijkt een regionaal product. Rijp voor de kreet ‘Het bier waar Thüringen trots op is’. Die hebben ze hier gelukkig nog niet bedacht. Het is ‘Köstritzer. Gibt Momenten Seele’. Zal wel een beroepsafwijking geworden zijn, dus ook hier weeg ik de slogan. Die vind ik al heel wat, zo gauw het bedenksel beter is dan de pay-off waarin een spaarbank adverteert met de aanwezigheid van een kluis.
De brouwerij staat in Bad Köstritz, in het noordoosten van deze deelstaat. Te ver uit de buurt om op dit moment naar toe te sjezen. De weinige tekst die Wikipedia aan dit kuuroord besteedt, bevat de zin ‘De plaats is bij bierliefhebbers bekend door het Schwarzbier dat hier sinds 1543 wordt gebrouwen’. ‘Alter Tradition’, gaat door mijn kop. Van jongs af aan veel Duitse tv-reclames gezien en de vraag is: Unterberg, Jacobs Kaffee? Keine Ahnung.
Anno 1543. Da’s me al een tijdje. En direct denk ik aan ambachtelijke en kleinschalige aanpak met vrolijke brouwers die naar hop en gist ruiken als ze ’s avonds thuis aan tafel zitten. Kleinschalig blijkt de productie niet: op het scherm van de iPad verschijnt een zeer moderne fabriek. De begeleidende teksten bevatten de nodige superlatieven zoals ‘Deutschlands beliebtestes Schwarzbier’. Plus een verwijzing naar de unieke smaak: ‘ein unverwechselbares Geschmackerlebnis’. Bovendien is er een nieuwe fles ontwikkeld die makkelijker in de hand ligt en beter op tafel blijft staan.
Goede marketing. In mijn geval onnodig, want ik ben al gevallen. ‘Baf’. Gewoon door de kwaliteiten zelf van dit magnifieke bier. Ik herinner me een geliefde uitspraak van mijn moeder: ‘De kop moet de kont verkopen’. Voor mij is deze drank van top tot teen perfect. Vanwege de rijke smaak waardeer ik gaandeweg een glas 'van het schap' boven 'van de tap'. Wat me weer voert naar een toop van mijn pa: 'Ieder z'nne meug, sprak d'n boer en vrat een baal hooi'. Moet toch de frequentie eens gaan checken waarmee ik mijn ouders zaliger citeer.
Voor we op 16 juni via Weimar weer naar huis gaan, bezoek ik de supermarkt. In de laadbak is nog wel ruimte voor wat flesjes. 'Prosit!'.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten