vrijdag 15 april 2011

La cocina (3); tortilla de patata con cebolla

Een lekkere Spaanse traditie vind ik het 'tapear'. Dat gebruik houdt in dat je (in gezelschap) van bar naar bar gaat, overal een drankje bestelt, plus de tapasspecialiteit van juist dié gelegenheid. Om dat sterke punt aan de weet te komen, is het van belang een autochtone gids mee te nemen. De eerste echte tapastocht die ik meemaakte, vond plaats in de Calle de Van Dyck in Salamanca. Niet echt in het oude centrum en daarmee 'van touristen vrij'. Niet dat die een probleem zouden vormen, maar buiten het gewoel smaken de hapjes meer uitgesproken en zijn de prijzen democratischer. Dit werd een smikkeltocht die indruk maakte.

Jaren later gingen we in Madrid na een drinkgelag aan de Plaza de Santa Ana 'tapear' onder de deskundige leiding van Alfonso D., kenner van Madrid en van het leven en werk van - jawel - Jeroen Bosch. Hij voerde ons langs de lekkerste tentjes. Eén daarvan, nota bene in de Calle de la Cruz waar wij op weg naar ons hostal dagelijks langs kwamen, had als specialiteit 'tortilla'. Ineens gingen wij dat lokaal waar we eerder nonchalant aan voorbij liepen, met andere ogen bezien. Nu werd duidelijk waarom het er met de benen buiten hing. Sindsdien weet ik: de aardappelomelet kan een delicatesse zijn.


Vanavond eten we tapas thuis en dus komt er tortilla op tafel. Die bakte ik lange tijd in een pan, waarop ik halverwege een grote platte schaal legde om de omelet om te draaien. Eén keer floepte de helft van de massa op het fornuis en sindsdien gebruik ik een springvorm, bekleed met bakpapier. Het resultaat smaakt hetzelfde en ik ben van het gededdel af.


Van belang is de keuze van de aardappel. Die mag niet echt kruimig zijn. Voor twee personen heb ik vanmorgen drie piepers bijna gaar gekookt, Frieslanders in dit geval, en die snijd ik nu - afgekoeld en wel - in dunne schijfjes. Olie in de pan en bakken die hap. Als de plakjes een beetje beginnen te kleuren krijgen ze gezelschap van de zeer dun gesneden ringen van een middelgrote ui en van twee fijngehakte knoflooktenen. Even meebakken, samen met een theelepeltje paprikapoeder, een mespunt gemalen komijn en zeezout naar believen.


In een schaal kluts ik vier eieren en voeg daaraan zeezout en wat olijfolie toe. Daarbij komt de inhoud van de pan, even voorzichtig omroeren en dan gaat dit mengsel in de springvorm. (Wie dat wil, volgt de ambachtelijke methode en gebruikt opnieuw de bakpan.). De bakvorm gaat de oven in die voorverwarmd is op 220gr. Na een kwartiertje neem ik de temperatuur 20 tot 40 graden terug en laat de tortilla nog wat laten nagaren. Warm opdienen. Ook koud is deze tortilla beslist lekker.


Uiteraard zijn er veel varianten op dit basisrecept. Zo kun je daar ook schijfjes worst aan toevoegen. Bijzonder lekker wordt hier in huis de pittige tortilla gevonden waarin ook een fijngesneden pepertje meegebakken wordt, plus twee theelepels koriander. Door de eieren gaat bovendien een handvol fijngesneden peterselie. Smakelijk!


Geen opmerkingen:

Een reactie posten