Het Bosch herken je ogenblikkelijk aan zijn klanken. Misschien wel net zo snel als het Tilburgs. Een aantal jaren geleden stond ik aan de haven van Den Oever (op Wieringen dus) in een viswinkel te wachten achter een mevrouw. Ze had twee kilo zeewolf besteld 'van de aanbieding'. 'Neemt u die zo mee?' vroeg de bediende? 'Inpaaaakken graaaaag', zei de dame en wees naar een koeltas. Ik kon het niet laten en zei: 'Ze moeten nog een heel eind. Tilburg'. De madam draaide zich om met een vragende blik. Tja, een stadswapen op haar voorhoofd had geen duidelijkere taal kunnen spreken.
Iemand die zich van onze stadstaal bedient, positioneert zich onmiddellijk als Bossche(naar) met die lange a, e en o. Dat zijn, met een vakterm: 'distinctieve kenmerken'. Die e klinkt als iiiiii, een lang aangehouden i welteverstaan. Met een door merg en been snijdende snerpende klank, ook nog ook nog. Maar met name onderscheidend zijn die andere twee vocalen. Taalkundige bakens, met de kracht van een misthoorn op volle strekte. Het geluid daarvan moet terug gaan tot het primitieve stadium van de mensheid.
Er zijn verschillende theorieën over hoe wij in ons eerste na-aapsestadium tot spraak en taal zijn gekomen. Zijn we 200.000 jaar geleden begonnen met gebaren? Ondersteunden we die met wat sonore klanken uit een zich ontwikkelend strottenhoofd? Het is een duistere materie. Als ik onze Bossche kelige, lang aangehouden a hoor ('Hij gaot staon') en deze dan in combinatie met de lange o ('Dôôdgewôôn brôôd') die alle hoeken van de klankkast opzoekt, dan zie ik een groepje berendoders voor me. In de vallende schemering zitten ze rond een vuurtje van hun tijdelijke jagerskampement in het zompige land van Dommel en Aa. Terwijl ze stukken halfgaar vlees van het bot bijten, praten ze over de gelukkige vangst van een moeraseverzwijn. Voor buitenstaanders zijn hun holle a's en o's onverstaanbaar, om over die sirene-i maar niet te reppen. Onverstaanbaar en dat niet alleen vanwege hun 'vollen bèk'. De boodschap binnen de groep is hoe dan ook zonneklaar: 'Morrege slaon we nog zonne knoeperd dôôd!'. 'Iiiiiintje mar?', "Niiiiiije braoierd, twiiiiii!' Waarna de kruik met bier stevig aangesproken wordt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten