De Zevenhuizense Verlaat is een sluisje dat de Rotte verbindt met de Hennipsloot en de Ringvaart om de Zuidplaspolder. Het is een curieuze plek, acht kilometer ten noorden van Rotterdam. De voorziening stamt uit 1740, de vaarwegen liggen respectievelijk 1,00 en 2,15 m onder NAP en er staat de Eendrachtsmolen. Het ligt wat afgelegen en er worden geen busladingen Japanners en Chinezen naartoe gesleept, maar het geheel levert een oer-Hollandsch plaatje op.
Op een bord lees ik dat die Rotte vroeger het laagstgelegen punt was in de wijde omtrek. Moeilijk voorstelbaar, want nu ligt de stroom meters boven de omringende polders. Zó hoog, dat op een bepaald stuk een brede sloot zeker een meter lager eraan parallel loopt. En met daarnaast, ook weer lager, nog een flinke plas. Waterhuishouding op drie niveaus dus.
Die Rotte komt op een gegeven moment boven het maaiveld uitsteken, wanneer in de zestiende eeuw op grote schaal in het landschap ingegrepen wordt. Volgens datzelfde bord gaat het om turfwinning. De naam van het nabijgelegen Moerkapelle herinnert daar nog aan. Als het laagveen verdwijnt, ontstaat er een merengebied dat vervolgens grotendeels weer een 'droogmakerij' wordt: poldergebied dus. Om dit watervrij te maken en te houden, komen er veel molens. Tegenwoordig zijn er de gemalen.
Als ik als 'jongen van het zand en de bossen' op donderdagmorgen door deze omgeving skate, bedenk ik me dat de turfwinnerij hier gigantische afmetingen moet hebben gekend.
's Middags fiets ik naar Delft. Daar is het markt en de plantenafdeling staat op de Brabantse Turfmarkt. Ik laat me vertellen dat in de vijftiende eeuw op die plek turf uit Brabant aangevoerd werd met schuiten die geboomd werden. Voor die tijd moet dat een gigantische logistieke opgave zijn geweest. Turf, nooit geweten dat het afgraven daarvan zo'n gezichtsbepalende handel was. Zo zie je maar dat skaten en fietsen iemands horizon kunnen verbreden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten