Vaak vinden de bekende grote Nederlandse stromen hun oorsprong in een of ander buitenland. De bescheiden Rotte, waaraan de wereldhavenstad Rotterdam zijn naam dankt, begint gewoon in 'hier', in Moerkapelle, om precies te zijn. Zoals de Amstel en de Zaan is deze waterweg een veenrivier. Volgens de definitie 'een in laagveengebied ontstaan traagstromend riviertje'. Daar werkt de zompige omgeving als een spons die het water via het laagste punt afvoert. Zoiets dus. Als ik maandagmiddag aan 'de bron' van de Rotte sta, is daar weinig spectaculairs aan te ontdekken. Veel riet en daartussen het begin van een watertje dat richting Maas gaat. Nog niet eens een bordje voor de 'moeder van Rotterdam'!
Naast dit beginstuk liggen wel zes afgeknotte molens. Eéntje heet 'De Oorsprong'. Vanaf 1924 gaan ze opzettelijk zonder bovenwerk door het leven wanneer elektrisch aangedreven gemalen hun taak overnemen. Vanaf dan wordt de polder 'De Honderd Morgen' zonder windwerken drooggehouden. In dit waterrijke gebied barst het overigens van die afgeknotte exemplaren. Ze zijn bijna allemaal woonhuis. Ook de zes hier aan de Rottedijk.
'De Honderd Morgen' - ook 'Wilde Veenen' genaamd - staat model voor het landschap waar ik als Brabo van het zand al dagen doorheen fiets. In dit stuk land bij Moerkapelle wordt in de 17de eeuw het veen weggebaggerd voor de 'turfindustrie'. De uitgediepte stukken lopen vol water tot een merengebied van enkele honderden hectaren. Ik 1644 start op particulier initiatief het werk aan de 'droogmakerij'. In hun volle glorie zorgen de zes molens aan deze dijk, samen met een zevende exemplaar elders, voor de waterhuishouding van 592 ha 'Honderd Morgen'. Tot 1924 dus, want dan krijgt Moerkapelle elektriciteit.
Ik trap verder naar Zoeterwoude-Dorp. Op zo'n rechte weg langs weer een turfvaart moet Boudewijn de Groot tot de tekst gekomen zijn: 'Hoe sterk is de eenzame fietser die kromgebogen over zijn stuur tegen de wind zichzelf een weg baant?' Een inspirerend landschap.
.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten