Het Bosch gaat prat op zijn Franse woorden. Er zijn meer stadstalen die dat doen. Het Maastrichts bijvoorbeeld, of het Leids. In de 'sleutelstad' waar onze koningin haar kreukloze uitspraak vandaan zou hebben, moet 'permetasie' - familie zijn van - ook bestaan. En wij maar denken dat 'permetaosie' (van parentage) typisch voor het Bosch is.
Iets kan er 'verbèllemond' bijliggen. Een tuin bijvoorbeeld, waarin lang niet gewied is. Iemand kan tijdens het klussen een voorwerp verklooien. 'Verbèllemonde' dus. 'Belle' noch 'monde' komt uit het Frans, maar uit het Nederlands van tijden geleden. Het eerste betekent 'slecht', zoals in balsturig, en het tweede 'rentmeester zijn'. Die laatste betekenis heeft het oorspronkelijke 'vermomboren': vertegenwoordigen. Iemand die iets 'verbèllemont', past dus slecht op de zaak.
Sjamberloek. Mijn oudste zus die geruime tijd in Singapore woonde, had mijn vader een kamerjas cadeau gedaan. Een zijden geval met oosterse motieven. Wij noemden dat kledingstuk een 'sjamberloek'. Pa droeg het op ontspannen momenten, zoals na het bad. Dan ging hij gehuld in aftershave en zijn sjamberloek lekker zitten lezen in zijn 'essesair', zijn luie stoel. Die stond in de huiskamer, de 'chambre' dus, leerde ik in de zesde klas tijdens de Franse les. Kamerjas heeft niks met chambre te maken: het woord blijkt Turks.
'Essesair' dan? Ik weet dat wij die term tientallen jaren gebruikten voor de luie stoel die vader cadeau kreeg. Het ding heeft nog een periode als erfstuk bij mij dienst gedaan tot ik het met een achterneefje kachelhoutjesklein naar het stortje bracht. 'Essesair', wat klinkt dat Frans. Maar ja, mijn ouders spraken geen Engels. En wat doe je dan met 'easy chair'? Juist, in zitten en denken: wat een fijne 'essesair'.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten