Sommige woorden zou je willen proeven als wijn. Zo stel ik me voor dat 'beekbegeleidend bos' de smaak heeft van bosvruchten, met volle houttonen. Mooi, die vaktermen. Ze maken van iets gewoons een bijzondere kwaliteit. Je vergeet gewoon dat bramen bedoeld worden, die nu op veel plekken te vinden zijn. En naturlijk bosbessen en wilde aardbeien, alsof die ook op elke vierkante meter in berm of bomenland staan. Dan die houttonen: de organist Giacomo Puccini trekt alle registers open in de kerk van Lucca. Geweldig toch: 'beekbegeleidend bos', ik drink het woord en waardeer de lange afdronk.
'Mensenmens' is moeilijk te klasseren. De eerste slok is vrolijk, maar de afdronk is zurig. Ik houd het bij één slok en spuug de rest in het plastic bakje. 'Mensenmens' smaakt naar.
'Reetketelsteen' is meteen klank- en kleurrijk. Het is een sprankelend woord dat licht mousseert. Je kunt er met gemak een fles van op. 'Reetketelsteen, reetketelsteen, reetketelsteen': op de herhaling van de syllaben ga je als vanzelf een huppelend dansje maken.
'Koffiediklade ledigen' bezit de donkere kleur van de weg te gooien inhoud. De smaak is bitter als van rode wijn die verbrand is door een te hoge temperatuur in het vat. 'Gestoofde stierenstaart' smaakt direct robuust en heeft de karakateristieke stalgeur van een mooie pinot noir. Een beetje ouderwets misschien, maar lekker.
'Kantklosclub' is modieus. Het klinkt en smaakt als 'Doe mij maar een proseccootje' uit de mond van een dame met Moschino-opdruk achter en voor.
Ik ga voor 'panoramaramen'. Verslik je niet: panorama-ramen. De smaak is jong, fris en met een zoetje. 'Panoramaramen': het licht valt gewoon in je glas. 'Panoramaramen': je wordt er bij het eerste glas al vrolijk van.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten