Maandagmorgen in Bergamo op
kantoor met nicht en neef sloten thee zitten drinken. Vervolgens traag te voet door
de benedenstad - er blijkt toch steeds iets nieuws dat om aandacht vraagt – en daar
breekt me die hoeveelheid Earl Grey op. Ik ga een overheidsgebouw binnen waar
carabinieri ontspannen de wacht houden. Op beleefde aanwijzing blijkt een
toilet via de binnenplaats bereikbaar. De overheidsdienaar heeft zijn hoge baret
op het bureau liggen en ik stel me de vraag ‘Wat is de stokmaat hier voor een
aspirant-carabiniere?’ In Italië voel ik me altijd groter dan thuis.
Deze cour bevat ook een mooie
beeldentuin. Het zijn dezer dagen vooral de verborgen patio's en
binnenpleintjes die me interesseren. Het land barst ervan en voor de meeste
exemplaren bevindt zich een gesloten poort. Sommige gunnen via luik of deurtje
een blik op tuin, parkje of privé- parkeerplaats. Op deze maandagmorgen staan er
wat open en ik fotografeer met de ijver van een Japanse toerist.
Lunch bij zus en zwager. Ons
Nelly wordt morgen 81. 'Vroeger gaven we oma Pietje elk jaar maar weer eau de
cologne', haalt ze onder het eten aan. 'Waarom doen we dat, vroeg ik dan steeds
onderweg. Tja, wat moet je op deze leeftijd als cadeau voor mensen verzinnen?'
Ik weet wat ik uit Nederland voor haar meegenomen heb. 'Daor zulde gij nog van
opkijke', denk ik stilletjes gniffelend.
'Honderd worden hoeft nou ook
weer niet. Nog een tijd doorgaan is prima', vervolgt ze later in de keuken.
'Elk jaar gaat er weer een centimeter af', zeg ik. 'Dus dat kan bij jou nog wel
wat lijden. Je weet wat ons moeder zei over groeien op een bepaalde leeftijd'.
'Ja', zegt mijn grote,
kleinere zus. 'As 'nne koesteert omlaag'.
Later die middag maakt mijn
oudste nicht bij haar thuis een foto van haar moeder en oom. Als ik het
resultaat zie, roep ik: 'Ziede wel, in Italië ben ik echt grôter as thuis!'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten