Een kleine ingreep, dat 'nettoyeren' van de linker
binnenmeniscus. Vrijdagochtend thuis grondoefeningen met het gekwetste
been en verder geduldig zijn. Over vier dagen mag ik weer achter het stuur.
Mazzel dat er een automaat voor de deur staat. De vraag is: hoe kom ik de
volgende dagen in de stad? Veel lopen mag niet en ik merk dat de ongedurigheid
nu al zit te wringen. Dus haalt de dame een rolstoel bij haar familie. Een
reservevehikel en als ik dat ding vrijdagmiddag in de straat uitprobeer, krijg
ik nog meer respect voor mijn schoonzus.
Vrijdagavond arriveert mijn neef uit Italië.
Traditiegetrouw moet er een dubbele trappist gedronken worden. In het café.
Zijn reis van Keulen naar hier heeft lang geduurd en we besluiten wat ik thuis
op voorraad heb, aan te spreken.
Zaterdag gaan we rond het middaguur op weg naar de
stad. Opnieuw vraagt de traditie dat we daar lunchen en een stadswandeling
maken. Al woont hij dan bijna heel zijn leven in Italië, Den Bosch wordt door
mijn neef dagelijks gevolgd. 'Hij die me duwde en ik', gaat door mijn hoofd ter
hoogte van de Parklaan. Een zin uit het repertoire van Neerlands Hoop. Uiteraard
duwt mijn neef: hij is een van mijn petekinderen en dit is dus gewoon zijn
taak. Die van mij is dadelijk de lunch te betalen. En de drank die daarna op
tafel komt.
Het perspectief vanuit een rolstoel blijkt nog anders
dan ik me voorgesteld had. Natuurlijk staat er regelmatig wat in de weg,
bijvoorbeeld fietsen. Wat me vooral opvalt, is het aantal keren dat ik onderweg
gegroet dan wel toegelachen wordt door mij volslagen onbekende mensen.
Misschien roept een vorm van hulpeloosheid dat op. Empathie?
In de bieb proberen we het liftje om daarmee het
niveauverschil van een halve meter te overbruggen. In de Arena moeten we met de
grote lift naar de super. Minder rolstoelproof is de drempel bij het
lunchrestaurant. Mijn neef wordt steeds handiger in het achterstevorenrijden en
de kroketten smaken prima. De ober informeert geïnteresseerd naar de toestand
der terreinen.
We
gaan verder met de tocht. Af en toe word ik geparkeerd als mijn vrouw en mijn
neef in een winkel de trap op moeten. Het aantal rollers valt me op en ik
probeer in te schatten of het om een tijdelijk rolstoelgebruik gaat of om een
meer permanent. Mijn begrip voor de afhankelijkheid van rollend materieel neemt
met sprongen toe. De keien op de Markt blijken nauwelijks hinder op te leveren.
Wel die op het stuk Kruisstraat – Korenbrugstraat – St.-Jansstraat. De wielen
rijden zich vast in de brede naden. De drempel bij ‘M’n Tante’ is hoog: ik moet
gaan staan, wat uiteraard geen probleem is. Dan Dubbele Trappist, terug naar
huis, en later weer richting stad voor een familiemaaltijd in oosterse sferen.
Buiten is het inmiddels erg koud in dat karretje, boven de plaid met Schots
motief. Ik ben blij dat ik over een paar dagen weer zelf meer mag lopen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten