Voor ik op het terras kan gaan zitten, veegt de ober het zand van tafel stoel. Zo'n harde wind als vandaag, hoort bij de zomer, vertelt hij. Als ik wat later zit te peuzelen, neemt de wind in sterkte af. De palmbomen bewegen in de bries; het zicht op Afrika blijft weg.
In mijn terraskamer is het benauwd warm, dus gaat voor het pitten de airco op volle toeren. Alsof dit het sein is om ook buiten de ventilator hoog te zetten. Het raam klappert. De hele nacht zal de wind tegen mijn optrekje slaan. ‘De Costa de la Luz', staat er in de Capitool reisgids op pag. 444, 'tussen Cádiz en Tarifa, is een ruige, door de wind geteisterde kuststrook'.
Eerder waren we na een reis van Madrid tot Mérida ter afsluiting wat dagen in Matalascañas. Eindeloze zandstranden ten noorden van de Guadalquivir. En vlak bij het Maria- en ruiterstadje El Rocío, startpunt voor een excursie door de Doñana. In dit beschermde estuarium leven de laatste Europese lynxen. In elk geval konijnen zat als prooi. Daar moest na de warmte van overdag 's avonds een vest aan vanwege de koele wind. Op wat vakantiedorpjes na is het daar bijna zo rustig als hier.
Veel drukker vonden wij het meteen ten zuiden van de rivier. Hoe meer je vanaf Bolonia richting Cádiz gaat, des te vaker zul je struikelen over recente nieuwbouw: vakantieparken en om elke hoek een golfresort. In 2008 waren we na een korte stop in Bolonia een aantal dagen iets verderop in Los Caños de Meca. Mooi gebied om te wandelen, vis te eten, wat aan rustige strandjes te luieren. Nooit geweten dat de Cabo de Trafalgar zich daar in de buurt bevindt. Dacht tot dan toe dat het een plein in Londen was. Zo leer je nog 's wat.
Vandaag 8 augustus 2012 begint dus met een fikse wind. De zon verschuilt zich achter de wolk boven de tafelberg oostelijk van mijn terraskamer. Behalve de archeologische vindplaats Baelo Claudia, is er hier buiten het strand niets om te bezoeken. Geen kerk, geen kapel. Wel geeft ergens een bordje de weg aan naar een Queseria, een kaasmakerij. Bolonia is een verzameling huizen met weinig permanente bewoning. Spaans. De verdwaalde Noord-Europeaan valt hier net zo op als een neger bij Eskimo's. Da's trouwens een leuk boek.
Ik begin om 08.00 uur de dag met rondje hardlopen over het strand. Het blijkt vloed. Er is geen strook hard zand. Bovendien stuift het. Een alternatief is een smalle strook gras langs de weg. Voor het bruggetje geeft een bord aan dat het hier El Lentiscal heet. Links en rechts zijn wat appartementen of kamers te huur, bijvoorbeeld bij Hostal Hormiga Voladora, de Vliegende Mier. Humor. Er is ook een Colegio Público Rural waar de leerlingen met een bus gebracht en gehaald worden, volgens een tekst.
De weg loopt dood. Ik ga verder over een verhard pad voor boer en tuinder, mits deze over een van gemeentewege verstrekte vergunning beschikken om hier te rijden. Ook dit weggetje houdt na een tijdje op en na wat 'steeple chase' hou ik het voor gezien.
Op de terugweg zie ik vlak bij huis een koeherder te paard zijn kudde langhoornige koeien weiden. Hij gebaart mij van de weg te gaan. Even later krijg ik van een automobilist hetzelfde teken. Iets verderop is kabaal: twee mannen en een hond proberen al hollend een troep koeien deze kant heen te drijven. De beesten lopen alle kanten heen, stoppen dan om meteen te gaan grazen. Ik wacht de afloop niet af en ga naar het winkeltje om dalijk zelf te kunnen eten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten