woensdag 22 augustus 2012

Leeuwarden Oranje

Tweehonderdennegen kilometer later parkeer ik de auto in Leeuwarden. Tijdens de oversteek naar het hotel ruiken we een scherpe geur die aan circus en dierentuinen doet denken: links blijken de te liggen veemarkthallen. Verborgen achter WTC-expogebouwen. Waarom is de Bossche handelsplaats in koeien, paarden en aanverwante artikelen ook al weer verdwenen? Mond-en-klauwzeer draaide zo’n tien jaar geleden die activiteit de nek om.

Leeuwarden, verzamelplaats van al dan niet hierheen gedirigeerde kantoren. Ze staan op een kluitje aan het eind van de Tesselschadestraat die ons hotel met dat kwartier verbindt. De Achmeatoren priemt 114 m de lucht in. Met mijn geld gebouwd dus. Op de begane grond huist het VVV waar we een stadswandeling halen. We kunnen ook met een gids mee en kiezen voor ons eigen tempo.

De kaart bevat vier thematische wandelingen. Ik ben met name in de Oranjewandeling geïnteresseerd. Bij een voorgaand bezoek aan Frieslands hoofdstad, was die ‘koninklijke’ wijk wat de tijd betreft stiefmoederlijk bedeeld. In mijn herinnering moet het de mooiste hoek van de stad zijn.

Dat vermoeden wordt tijdens de middagwandeling helemaal bewaarheid. De noordwesthoek blijkt een aaneenschakeling van paleisachtige huizen, stallen en kerken die met de Friese Oranjes verbonden zijn. Daarnaast is een deel daarvan ooit eigendom geweest van katholieke kloosterorden. Dit verklaart namen als Bagijnestraat en Bontepapesteeg. De huisnaam ‘De Witte non’ verwijst naar een verdwenen zustersconvent.

Eind 16de eeuw was het afgelopen met het Spaanse regime en de katholieke kerk. Er kwam een stadhouder in Friesland, via familiebanden gelieerd aan de Hollandse Oranjes. In een notendop: toen de tak van Willem van Oranje geen vruchten meer droeg, zette de Friese tak de traditie voort. Beatrix is behalve Duits, Russisch en nogzowat dus eigenlijk gewoon een Friezin.

Vooral de stadhouderlijke erfenis geeft het provinciale Leeuwarden een statig aanzien. Bijvoorbeeld in de omgeving van het Gouverneursplein – Hofplein. Op een terras daar in de zon wordt mijn verzoek op en dubbele Trappist niet begrepen. Na enig gewinkel blijkt er wel en Westmalle Tripel geleverd te kunnen worden. Uiteindelijk wordt het een Grimbergen dubbel. Vooruit dan.

Uiteraard struikelen we die middag over de typisch Friese dingen. Alleen al de achternamen op -a brengen ons samen met de uitingen van regionale trots tot de gedachte om zelfs puur Amerikaanse bedrijven te herdopen in McDonaldsma en Burger Kingsma. Zeker die tweede klinkt authentiek.

's Avonds eten we bij restaurant ‘Fosk’ op de elfde verdieping van ons hotel. We horen dat ‘Fosk’ ook zoiets betekent als ‘samen’ en ‘gezellig’. De keuken maakt gebruik van Friese producten, op een vakkundige en verfijnde wijze. Letterlijk en figuurlijk op hoog niveau. Morgen Ameland.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten