De weg daarheen en een aantal plaatsen langs de route zijn me bekend; Tordesillas niet. Bij Chiclana de la Frontera komt een vlucht over van ooievaars. 200, 300? 'Veul' in elk geval en ik moet mijn ogen op de weg houden.
In Sevilla ga ik bij het hotel langs waar ik zondag jl. mijn oplader had achtergelaten. Om de hoek is een vesting van mijn favoriete super Mercadona waar ik vooral wijn insla. Voorbij de stad begint de Autivía Ruta de la Plata. Al jaren ga ik ervan uit dat de naam aan Spanjes verleden zou herinneren en dat langs deze route zilver uit Amerika vervoerd werd naar het noorden. Als ik in Tordesillas aan het googlen sla, moet ik mijn inzicht bijstellen. Het gaat om een oude handelsweg waarvan de naam via volksetymologie 'de Zilverroute' werd. Tegenwoordig is er ook een te fietsen tracé van 938 km.
Als na Sevilla de weg begint te klimmen, verschijnen tussen de rotsen grote aantallen kurkeiken. Voorbij Santa Olalla graanvelden. Eenmaal over de pas bij Villafranca de los Barros zie ik olijf en druif. Vooral die laatste: ik rijd door een zee van groen naar Almendralejo. Hier ligt het wijngebied Ribera del Guadiana, dat sterk aan belang wint in Spanje. Mérida, Cáceres, Salamanca: steden waar ik eerder langer of korter was. Cáceres staat op 2 van mijn lijstje mooie Spaanse steden. Ik stop in geen van deze centra. Bovendien is het er veel te warm voor: 42°C. Leve de airco in de auto.
Voor Vallodolid sla ik om 17.30 af naar Tordesillas. Ook hier veel historie. Zo tekenden in 1494 Spanje en Portugal er - na een oordeel van de Paus - een overeenkomst ter verdeling van de Nieuwe Wereld. Daarom spreekt Brazilië nu Portugees en de rest van die contreien Spaans. Weer wat later zat Johanna de Waanzinnige hier opgesloten. En er zijn allerlei mooie gebouwen en uitzichten. Misschien vanavond laat. Met deze temperatuur geldt het oude Engelse lied: 'Only mad dogs and Englishman go out in the midday sun'.
Ik eet in mijn hotel ‘Los Toreros’ uitstekend. De dame die mijn kamerairco weer aan de praat kreeg, staat in de bediening. Ze snijdt de jamón ibérico en bevestigt dat de gestoofde haan uit de streek ‘je van het’ is. Die bestel ik in blind vertrouwen en het gestoofde beest smaakt verrukkelijk. Evenls het toetje-van-het-huis. In een ander leven was ik vast met deze fee getrouwd.
Na het eten is het om 22.30 uur buiten 31°C: net te harden voor een late wandeling. Een mevrouw die me de weg wijst naar de rivier bezweert dat het hier ’s winters echt winter is.
Tordessilas is in het lantaarnlicht schilderachtig. Hopelijk kan ik morgen voor mijn vertrek richting Frankrijk hier nog ergens wat flessen wijn op de kop tikken van de soort die ik tijdens het avondeten dronk. Voortreffelijk. En met die gedachte ga ik pitten in een kamer die dankzij de airco weer op slaaptemperatuur is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten