‘Kijke’, zegt de in Nederland gelauwerde Italiaanse kok, ‘Jullie tomate zijne nikse’. Hij woont dan al zeker 30 jaar in ons land, trouwde de dochter van de plaatselijke snackboer, kreeg kinderen met haar, bouwde het schoonvaderlijke frietdomein uit tot een eersteklas Italiaans restaurant en op het moment dat hij zoveel decennia later tegenover mij zit, haalt hij zijn tomaten om de zoveel weken nog steeds in zijn geboorteland. Zijn Nederlands is perfect, zijn accent heet ongetwijfeld ‘charmant’.
Dan vertelt hij waarom hij onze tomaten niks vindt. Bedenk het charmante accent er maar zelf bij. ‘Kijk’, dan loop ik naar de groentemarkt in mijn geboorteplaats en ga met mijn rechterhand even over de tomaten. Een stalletje verderop doe ik dat weer en weer en weer. En uiteindelijk ruik ik aan mijn rechterhand en snuif ik de diepe geur op van de aarde, van de zon, van het leven. Italiaanse tomaten! En wat ruik ik bij Nederlandse tomaten? Nou? Kattenpies!’
Italianen hebben de naam goede vertellers te zijn. Hoe dan ook, zijn verhaal achtervolgt me sindsdien. Op verzoek doe ik hem na, op feestjes, mette accente en alle. De clou is dat het inderdaad moeilijk is om in ons land smaakvolle tomaten te krijgen. En voor het volgende crostinirecept zijn die onontbeerlijk. Moet ik nu ik in Italië ben naar de boer op de hoek toe om voor volgende week echt lekkere exemplaren mee te nemen? Ik heb al zoveel mee te sjouwen.
Crostini zijn er in maten en soorten. Je eet ze als hapje vooraf, als antipasto en eigenlijk zijn het lekkere niemendalletjes. Uiteraard kun je d’r meer werk van maken, zeker als je de variant met kippenlevertjes wil serveren. Crostini al pomodoro ‘zijne nikse’, je hebt nauwelijks voorbereidingstijd nodig, en het resultaat is prima. Noem ze mijn part ‘crostini voor beginners’.
Ga op zoek naar smaakvolle tomaten. Een aantal jaren gebruikte ik de zogenoemde ‘pomodori tomaten’ (grappig woord: tomaten tomaten) en tegenwoordig ga ik voor de ‘tasty tom’. Wassen, doorsnijden, zaadjes verwijderen en op keukenpapier kwartier laten uitlekken. Stokbrood schuin aansnijden in plakjes van anderhalve centimeter dikte en deze aan twee zijden grillen. In schaal scheut olijfolie doen, zout en peper, dit alles mengen en de tomaten in kleine stukjes snijden. Warme stukjes brood aan een kant inwrijven met knoflookteen, beleggen met tomaat en daarover wat olie doen. Afmaken met basilicum, oregano of peterselie.
Omdat ik dat gewrijf met die knoflook tijdrovend vindt, knijp ik een klein teentje uit boven de olie. Overigens doe ik daar ook de kruiden bij, meestal zeer fijngehakte peterselie.
Meteen opdienen en opeten en ‘smakelijk eten’.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten