El Escorial, het imposante onderkomen van de Spaanse koning Filips II, kent een 'Sala de las Batallas'. In die grote ruimte brengen fresco's een aantal slagen in beeld waarbij het Spaanse leger vanaf de 15de eeuw als overwinnaar uit de bus kwam. De verloren strijd om Den Bosch (1629) hoef ik daar dus nog niet te verwachten.
Verderop tref ik in een ruimte met olieverfschilderijen 'De slag op de Vughterhei' (1600) aan. Het is omringd door nog een hele verzameling afbeeldingen die allemaal een strijdtoneel tot onderwerp hebben. Omdat ik denk dat ik juist dáár het Bossche doek zal aantreffen, bekijk ik werk na werk, maar 'nada'.
Het jaar daarop ga ik tijdens een volgend bezoek aan Spanje nog eens goed kijken. Het blijft bij het Vughtse strijdtoneel, hier beter bekend als 'De Slag van Lekkerbeetje'.
Lekkerbeetje was de bijnaam voor Gerard van Houwelingen, Bosschenaar in dienst van het Spaanse leger. Zijn 'strijd' stelt zelfs in vergelijking met de 'Slag bij Empel' (1585) weinig voor. Eigenlijk was het ook geen strijd, maar een duel. De website van de gemeente Vught heeft het over 'het laatste heroïsche riddergevecht van West-Europa'.
Als Van Houwelingen met zijn ploeg uit Den Bosch vertrekt, gaat hij daarmee in op de eerdere opmerking van Pierre de Bréauté 'dat de soldaten van zijn Republikeinse legeronderdeel sterker zouden zijn dan de Brabo's'. Op 5 februari 1600 staan van beide partijen 22 ruiters op de besneeuwde Vughterheide klaar voor een partijtje matten. Zeker 500 toeschouwers zijn op het duel afgekomen. Gerard sterft vrijwel direct bij het eerste pistoolschot van Charles. De Brabanders in Spaanse dienst winnen evenwel en zij voeren De Bréauté als gevangene naar Den Bosch, waar hij zonder vorm van proces gedood wordt. En uitgerekend die 'schermutseling' hangt dus in El Escorial: propaganda ten voeten uit. Hoewel het treffen militair van weinig betekenis is, vormt het in de loop der tijd de inspiratiebron voor zeker 50 schilderijen.
Vier Spaans-Brabantse militairen komen die koude dag om het leven, waaronder de broer en de zwager van Gerard. Aan de zijde van de Frans-Republikeinse militairen vallen 19 doden. Het overschot van Lekkerbeetje wordt bijgezet in de kloosterkerk van de Predikheren. Het woord lekkerbeetje komt van het Middelnederlandse 'leckerbeetkijn' of 'leckerkijn', dat wellusteling, smeerlap, ordinaire vent en minnaar betekent. Het hedendaagse Bosch kent de uitdrukking 'Gij bent me ok 'nne lèkkere gij', wat zoveel betekent als 'Je praat mooi, maar ik doorzie je streken'.
Het Bossche Noordbrabants Museum heeft in het depot vast nog wel een afbeelding van de belegering in 1629 staan. Als we dat dan aan El Escorial geven, in ruil voor een werk van Jeroen Bosch - al is dat maar tijdelijk - dan schiet die tentoonstelling JB 2016 meteen een eind op. Of zeggen die Spanjolen dan gelijk: 'Gij bent 'nne lekkere, gij!'?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten