Tot 1629 was Den Bosch een onneembare stad. Als de vijand kwam, werd de omgeving gewoon onder water gezet. En mocht daar iemand doorheen komen, dan waren er altijd nog de stadsmuren. Ook na genoemd jaartal maakte de (nieuwe) stadsregering gebruik van de beschermende werking van Dommel, Aa en Maas.
Moeilijk was dat niet om die waterlinie in stelling te brengen. Den Bosch lag en ligt immers als een afvoerputje in de rivierendelta. Afgelopen winter nog kwamen de rayonhoofden tijdens de hoge waterstand bijeen om te bezien of het Bossche Broek niet tijdelijk als waterreservoir ingezet moest worden dienen.
Om zijn ligging in een waterrijk gebied, heette de stad 'De Moerasdraak'. En juist in deze zompige omgeving werd in 1888 gestart met de aanleg van een treinverbinding met Lage Zwaluwe: de Langstraatspoorweg. Dat viel in het begin nog niet mee, want overstromingen en wolken muggen zaten dwars. Maar vanaf 1890 reden er dan toch maar vijf treinen per dag over dit 'Halve Zolenlijntje'. Toen de (schoenen- en leder)industrie ineenschrompelde en vrachtauto's het beroepsgoederenvervoer gingen domineren, verloor dit spoor zijn functie. In 1972 reed de laatste trein op het traject Den Bosch - Raamsdonkveer; sloop volgde in 1987.
De zogenoemde Moerputten maakten onderdeel uit van de spoorverbinding. Om dit moerassige gebied te 'overspannen' kwam er de Moerputtenbrug, een gevaarte van 600 meter. Iets verderop werd de Venkantbrug gebouwd, van 33 meter. Dit duo kwam na de ontmanteling van de lijn voor behoud in aanmerking dankzij de status van rijksmonument. Maar ja, de erkenning als waardevol bouwwerk alleen garandeert nog geen rustige oude dag. Daarvoor is een inspanning van veel partijen nodig. Zoals bij veel andere objecten speelde voor het voortbestaan van beide Langstraatbruggen een initiatief van bevlogen burgers dé eerste en belangrijkste rol. Vorige week vond de 'heropening' plaats na de restauratie van bruggen en pijlers. In de lokale media kreeg dit natuurlijk veel aandacht.
Als ik op zondagmorgen 22 mei op een vroeg uur door de Vughtse Gement ren, zie ik hoe medewerkers van Staatsbosbeheer bij een parkeerplaats wat kraampjes inrichten. Die staan precies bij de start van een (al eerder aangelegde) wandelroute over en langs het voormalige Halve Zolenlijntje en daarmee over die twee bruggen. 's Middags sta ik daar opnieuw, in gezelschap van familieleden op wandelschoenen. We wandelen heerlijk over de oude spoordijk; op de terugweg volgen we het laaste deel over een 'knuppeltjespad'. De bruggen zien er puntgaaf uit en er is veel volk. Zo veel zelfs, dat er sprake is van filevorming. Geen trein te zien en toch oponthoud op het spoor, gekker moet het niet worden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten