In 2003 en de jaren daarna was ik beroepsmatig betrokken bij de communicatie rond (de vondst van) een Romeins schip in Vleuten/De Meern (Leidsche Rijn). De opgraving daarvan, het lichten én het vervoer naar de conserveringsruimte in Lelystad kregen internationale aandacht: een huzarenstukje binnen de Nederlandse maritieme archeologie.
In 1628 loopt in Stockholm de imponerende oorlogsbodem 'Vasa' van stapel. De Zweedse koning Gustaf II Adolf zal die Polen en andere Oostzeekustbewoners wel eens een poepie laten ruiken! Met zijn meer dan 60 meter lengte, masten die tot boven de 50 meter reiken, de 64 bronzen kanonnen en een bemanning tot 400 man moet dit vaartuig de schrik worden van het Wilde Oosten. Voor het houtwerk zijn wel 1000 eiken omgehakt. Ter vergelijking: voor dat Romeinse kavalje waren er drie nodig.
Tout Stockholm loopt op 10 augustus 1628 uit voor de tewaterlating. Dat woord wordt wel wat erg letterlijk genomen want binnen de kortste keren waait de Vasa tot twee keer toe om. Niet dat het stormt of zo: zelfs een zachte zijwind laat de boot al omslaan waarna het barkas met man en muis vergaat. Het water loopt door de geschutspoorten in het ruim en naar schatting komen 30 tot 50 opvarenden om.
Dan ligt de Vasa in het zicht van de haven op de bodem en de trots van Zweden zal daar zowat 350 jaar rusten. Tijdens een reusachtige bergingsoperatie komt het op 24 april 1961 weer boven water. Reconstructie en conservering vergen zeventien jaar en vanaf 1990 is het resultaat te bewonderen in het Vasamuseum op het Stockholmse eiland Djurgården.
En daar staan wij dan op vrijdag 6 mei ons verstand te verkijken. Bij wijze van spreken zou de Vasa zo weer in de vaart genomen kunnen worden. Tijdens de rondgang over de zes verdiepingen blijkt pas hoe bewerkt en kleurrijk het schip er toentertijd uitgezien moet hebben. Een schaalmodel brengt dat nog eens duidelijk in beeld. Als er één museum is dat tot de verbeelding spreekt, dan is het dit wel.
Als we buiten komen, schijnt de zon uit alle macht. Lente in Zweden. Het is wel curieus het begin van dit jaargetijde binnen zes weken twee keer mee te kunnen maken. Voor we verder wandelen naar openluchtmuseum Skansen, nestelen we ons met kofie/thee en een kaneelbolletje in een windvrij hoekje om van het weer te kunnen genieten. Wie beweerde eigenlijk dat het hier koud was?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten