Van Limburg weten we het wel: die 'loewende klokke'. In Asturias luiden ze ook en dan vooral in de bergen. Veel dieren die op zomerweides hun voedsel zoeken, dragen een bel. Het vrolijke getingel begeleidt je de hele dag. Koeien en schapen, paarden en geiten, alles op vier poten dat de pan in kan, moet je in de gaten houden. Ze kunnen allemaal afdwalen en de herder(shond) weet dankzij deze vorm van sonar waar ze zijn. En als toerist loop je als het ware door 'bellende bergen'.
Niet elk dier heeft zo'n bel. Mevrouw de herderin - zowat de laatste die hier rondloopt - heeft me verteld dat per zoveel 'cabezas', hoofden dus, een bel voldoet. Ze gaf ook aan dat elke herder al zijn beesten kent. Inmiddels heb ik ook gezien dat hij, of zij dus, voor de zekerheid ook maar een brandmerk aanbrengt.
De beesten zijn aan onze menselijke aanwezigheid gewend. Ongestoord grazen ze door als ik langs loop. Sterker nog: ze zijn heer en meester van de ruimte waar ik te gast ben. Ruim tevoren geven borden aan dat er zomaar een koe of paard op de weg kan lopen. Als dat per ongeluk in Nederland gebeurt, staat dat de volgende dag in de krant. Hier niet. De beesten staan in alle rust op de weg en kijk dan maar uit als automobilist. Achter elke haarspeldbocht kan een herkauwer staan.
Gisteren wandelde ik van Mirador de Fito naar de Picu Pienzu. Een tocht in een mooi gebied. Niet echt moeilijk, wel warm. En net zoals de voorgaande dagen, belden de bergen. Vandaag liep ik door de kloof van de Cares, van Poncebos naar Cain. Adembenemend mooi. Met meteen een pittige klim bij Poncebos. Totale tijd zes uur. De omgeving was woester dan tijdens de drie eerdere tochten. Zo steil en stenig, daar valt niet te weiden. Wel zag ik wat geiten. Zonder bel. Vandaag tingelden de bergen dus niet. Zo snel kan een prettig geluid wennen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten