Op weg naar Gijon passeer ik het gehucht Gobiendes. Daar staat op een heuvel een kerkje dat gewijd is aan de H. Jacobus. Een bijzonder gebouw: de oorsprong ligt in de 9de eeuw.
Eigenlijk had ik zondag jl. vanuit Gobiendes willen vertrekken voor de klim naar de Picu Pienzu. Vanwege de grote hitte heb ik toen een kortere route genomen. Vandaag sta ik dan toch bij dit godshuis dat een voorbeeld is van de preromaanse stijl die zo typisch is voor deze streek. Er zijn nog maar veertien vertegenwoordigers in dit prinsdom van deze bouwkunst. Een andere benaming voor deze stroming verwijst naar koning Pelayo die in 722 de Moren buiten Asturias wist te houden door de slag bij het naburige Covadonga te winnen. Er blijkt in dit gewest een spreekwoord te bestaan dat zoiets betekent als 'Asturias is Spanje en de rest is heroverd'.
Uit het moderne huis naast het klassieke gebouw komt een oudere dame. 'In de oorlog zijn veel kerken verwoest door de Arabieren. Hier kregen ze de kans niet en kon deze kerk gebouwd worden. Het is inderdaad een zeldzaam voorbeeld van de preromaanse kunst. Wilt u ook eens binnen kijken?'
Verschillende verbouwingen hebben de buitenzijde wat 'bijgewerkt'. Binnen oogt het oorspronkelijk. Ik volg de uitleg en beantwoord haar vraag naar waar ik vandaan kom. In Nederland is ze nooit geweest, wel in België, vanwege haar job. In Wallonië althans, waarop we het gesprek in het Frans voortzetten. Ze heeft jaren in Belgisch Congo gewerkt, in een ziekenhuis 'en plein brousse, monsieur', midden in de rimboe van Katanga. Als het boek 'Congo' van David Van Reybrouck uit de auto wordt gehaald, is Afrika dichterbij dan Gobiendes. Ze wijst op de kaart waar ze al die jaren verbleef. En vertelt hoe het ziekenhuis kon draaien, wat het toen betekende en hoe groot de ellende er nu is. 'Je vive ici monsieur, mais mon coeur est en Congo'. Ik neem afscheid van deze dame en bedenk onderweg hoe bijzonder dit contact was: leven met een ziel die reist tussen twee werelden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten