donderdag 4 april 2019

Dagboek Nieuw-Zeeland (18); Hawea River


04/02
Eerder beklommen we bij Lake Tekapo de steile Mount John. Daar staat op de top een sterrenwacht waar universiteiten uit NZ onderzoek doen: dit punt zou een van de beste plekken ter wereld zijn om de Melkweg te bestuderen: NZ is ‘s nachts nog echt donker. Uitgezonderd waarschijnlijk Auckland op het Noordereiland, de grootste stad met zijn 1,5 miljoen inwoners.
Onze gastheer had er ons al op gewezen dat het - de dagen dat wij bij Lake Tekapo waren - volle maan zou zijn. Sinds die verdwenen is, gaan we bij helder weer regelmatig rond 23.00 uur even buiten kijken. Ik heb geen verstand van sterrentopografie. Wat hier aan de hemel staat, is imponerend veel. En machtig mooi.

Prachtig is het ook als we maandagochtend wakker worden. De hemel is strakblauw en na het ontbijt maken we ons op voor een wandeling langs de Hawea River. Deze stroomt vanaf Lake Hawea door een redelijk vlak gedeelte om 10 km verder bij Albert Town uit te komen in Clutha River, sinds ons verblijf in Alexandra een ‘oude bekende’.

We rijden de bult af en parkeren de auto om 10.30 uur twee kilometer verderop bij het startpunt. Het decor van de NZ Alpen is op deze heldere ochtend op zijn mooist. Soms lopen we boven, dan weer dicht naast de rivier. Het pad delen we met fietsers en wandelaars. Druk is het niet. Hondenliefhebbers moeten hun huisdier onder controle houden. Op een bord staat: ‘It is not a choice, it is a must’. Bij overtreding kan de boete oplopen tot $3.000, zo’n €1.800. De baasje/vrouwtjes die we tegenkomen, hebben honden bij zich die ons volkomen negeren. Een soortgelijk bord zou ik graag bij de Vughterhei zien.

Het snelstromende water oogt kraakhelder. Geen forel of zalm te zien. Later zullen we van gastheer Jimmy horen dat er tot tien jaar geleden genoeg vis zat. Waarschijnlijk heeft een (ingevoerde?) infectie voor het verdwijnen geleid van de visstand. Los van dat is het prachtig. Net Zwitserland, denkt ik op sommige momenten. Zonder dorpen en de Milka koe. Of staat die in de Oostenrijkse Alpen?

Op een bepaald punt zien we koeien zat. Allemaal jonge stiertjes. In Nederland zouden die al lang weg zijn voor de slacht. Hier worden ze gehouden voor het vlees.

Na een ‘swing bridge’ passeren we een grote natuurcamping met minimale voorzieningen. ‘Self containing’ is hier een veel gelezen begrip: kampeerders (met busjes, campers etc.) moeten in staat zijn voor zichzelf te zorgen. Onderweg kunnen ze op veel plekken water tappen, hun (gescheiden) afval deponeren, een sanitaire pauze nemen. Aanmelden moet ‘automatisch’ bij de entree: een kaartje trekken, geld in de melkbus en de ‘registratie’ zichtbaar aanbrengen. Prijs per dag per volwassene $7, kinderen boven de vijf $5. Verder niks. Max. aantal dagen 28 stuks. De behoorlijk bezochte camping is kaal, mooi gelegen aan de rivier, de omgeving is prachtig, en voor wie van wandelen en mountainbiken houdt, lijkt me dit genoeg. Overigens: het kan nog minimaler, hebben we in het Catlin Coastal Rain Forest gezien.

Vlak bij Albert Town passeren we een rond toernooiveld voor de plaatselijke rodeo. Er zijn drie ingangen: voor de deelnemers, de handelaren en het publiek. Die laatste categorie stapt via een trapje over het gaas. Aan de plaatjes te zien, gaat het om allerlei cowboyeigen vaardigheden: op een stier blijven zitten, lasso werpen e.a. Het jaarlijkse kampioenschap was op 2 januari jl.

We eten vegaburgers bij Albert Town Fish Co. Daar raken we aan de praat met een ‘local’ die hier tijdens het fietsen heeft aangelegd. Hij leest een boek, legt dat opzij en vraagt hoe we het hier vinden. ‘Verkoop je huis thuis en kom hier lekker wonen. Met je geld kun je hier twee keer zoveel’. Het onderkomen waar wij nu wat dagen verblijven, zou ik zo willen kopen. Bij wijze van spreken dan. Inmiddels weten we dat de woningprijzen hier ook de pan uit rijzen. En de dagelijkse kosten voor supermarkt en horeca komen aardig in de buurt bij die van ons. Oké, benzine is op dit moment goedkoper. Net zoals in Nederland is het voor starters zeer moeilijk om aan de bak te komen op de huizenmarkt. ‘Plus’, vult gastheer Jimmy later aan, ‘Kunnen onze kinderen het huidige levenspeil handhaven?’ Bekende geluiden.
 
We lopen terug. Na wat aanwijzingen van de man in de pub, zien we de werking van het gletsjerijs terug op de vlakte voorbij de ‘swing bridge’: stuwwallen, eindmorenen, zwerfkeien. Een beetje hunebedbouwer zou hier verlekkerd rondlopen, houd ik me voor.

Bij een tweetal stroomversnellingen in de rivier zijn wat jongelui aan het surfen. Een paar liggen lekker op hun 'board' in de 'branding'. Eentje gaat op de plank van links naar rechts op de golf van het watervalletje. Een opmerkelijke variant. Er staat een lekker middagwindje dat voldoende afkoeling brengt. Het is 24°C.en in de luwte voelt het stukken warmer aan. Om 17.30 uur zijn we bij de parkeerplaats. We hebben iets meer dan 20 km in de benen. Even later gaan we de bochtige kiezelweg omhoog, maken we bij aankomst een praatje met Jimmy en dan is er thee. Veel thee. En een ‘million dollar view’ op Lake Hawea.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten