Het tijdsverschil met
Nederland bedraagt twaalf uur. Hier is het al dinsdagmorgen als daar op
maandagavond het toetje op tafel komt. Dat kan tot interessante vragen leiden.
Bijvoorbeeld: wanneer is iemand jarig? Zo verzond ik maandagmorgen de volgende
app: ‘Dag vriend, hartelijk gefeliciteerd met je verjaardag. Een goed nieuw
jaar toegewenst. Een vroege felicitatie? Leven in het hier en nu maakt het
mogelijk dat wij ons in jullie toekomst bewegen. Of jullie je in ons verleden. Hoe
dan ook: een fijne verjaardag’.
18.000 km meer naar het
noordwesten moest dan het maandagavondjournaal van 20.00 uur nog beginnen. De
eerste dagen leefden we in twee tijdszones. ‘Het is nu zo-en-zo laat in
Nederland’; dat idee is nu naar de achtergrond verdrongen.
Op dinsdagmorgen nemen we
om 10.15 uur afscheid van hosts Rebecca en Jimmy. Als eerder gezegd, vonden we
bij aankomst dat in het reisplan de omschrijving van de cottage een stuk
uitbundiger mocht. Gisteren stuurde ik de organisatie een mail met het verzoek
e.e.a. aan te passen: ‘Beste J., De beschrijving van de cottage (bescheiden
inrichting) gaf ons vooraf het idee dat het uitzicht de aankleding moest
compenseren. Het lijkt ons recht te doen aan de realiteit, wanneer jullie de
beschrijving van het gastverblijf van Earth Cottage uitbundiger verwoorden. Het
gaat om het ruimste en meest geëquipeerde onderkomen tot nog toe. Het huis is
ingericht op de ontvangst van zes gasten, met drie slaapkamers, een ruime
living, badkamer-toilet, een terras, bbq, vaatwasser (!), wasmachine,
satelliet-tv; het keukengerei telt zelfs eetstokjes. Niet vergeten de inpandige
garage. Met andere woorden een turn-key huis, om het tweetalig samen te
vatten’. Je zou er dus zo in kunnen trekken. Als snel kwam de reactie: ‘Wordt
naar gekeken’. We brengen het echtpaar op de hoogte van deze e-mailwisseling.
We krijgen nog wat tips mee voor de streek waar we nu heen gaan.
Dus stoppen we een uur en
twee meren later bij Blue Pools. We worden pas rond 16.00 uur in de volgende
B&B verwacht: alle reden om het rustige aan te doen. ‘Wij hebben de tijd’,
denk ik bij het parkeren. ‘En de baas de centen’, placht mijn pa hieraan toe te
voegen.
Bij Blue Pools komen twee
kristalheldere stromen, smeltwater van de gletsjer, samen. Inmiddels drizzelt
het wat en de drogere vegetatie van Lake Hawea heeft plaats gemaakt voor het
regenwoud dat we kennen van de Catlins.
Bij de start van het
wandelpad richting de Pools, staat een waarschuwing voor de ‘sandfly’. Onder
het lezen word ik twee keer gestoken, dus gauw de roller met antimuggenspul
tevoorschijn gehaald. In de poëtische tekst gaat het om de ‘Dracula of our
Coastal Rainforest’. Het zijn de vrouwtjes die steken: het beetje bloed is goed
voor de eitjes.
Vanaf twee ‘swing bridges’
bewonderen we het doorzichtige azuurblauwe water. De bruine forellen wachten
met hun bekken in de stroomrichting, op langsdrijvend voedsel. Mag hier gevist
worden? Vast niet.
De regen wordt intenser,
de koplampen gaan aan. De weg kronkelt door de boerenkool richting de Haast Pass. De temperatuur is 12°C op deze hoogte. Links en rechts komen watervallen
steil naar beneden. Laaghangende bewolking, veel ‘one lane bridges’ waarbij
duidelijk aangegeven is wie dit keer voorrang heeft.
We rijden de Westcoast
binnen. ‘Untamed wilderniss’ staat op het bord. Een langgerekte strook van meer
dan 300 km, ongeveer ter grootte van België, waar zo’n 30.000 inwoners de 220
natte dagen per jaar trotseren in de stijgingsregen van de NZ Alpen. De weg hierheen bestaat sinds 1966, las ik ergens. Daarvoor onderhielden vooral boten het contact met de 'beschaving'.
Niemandsland, tot er bij
Haast rond 12.30 uur weer wat huizen opduiken. Meer wordt het niet: dit is
Haast. Als we het café binnenkomen, zijn we weer in cowboyland, dit keer met
hertenkoppen en -geweien aan de wanden. Net als ik wil informeren naar de
cursus in-linedancing, worden we begroet door het koppel uit Wassenaar dat we
eerder in de B&B’s van Akaroa en de Catlins ontmoetten. Al snel zitten we
enthousiast met elkaar bij te kletsen. Dan moet dat op-één-lijn-dansen op een
ander moment.
Nog even tanken in de
middle of nowhere. Per liter is ongelood 17 dollarcent duurder dan in de
bewoonde wereld. Dan weer op weg, in de regen, door de rijke vegetatie van het
regenwoud. Zeer karakteristiek vind ik de varenbomen. Toen ik die in Catlins
voor het eerst zag, dacht ik met palmboompjes te maken te hebben vanwege het
overeenkomstige silhouet.
Door de mist is even de Tasmanzee
te zien. Tegen 16.00 uur arriveren we bij Mahitahi Lodge, Bruce Bay, met als
hosts Jacqui en John. In onze kamer zet ik het kleine verwarmingselement aan.
Zoals bij alle voorgaande bedden, is ook dit exemplaar voorzien van een
elektrische deken. Voor het eerst probeer ik deze uit: lèkker wèrrem aan m’nne
mulder. Om 17.30 uur wordt het droog. Over een uur worden we aan het
gezamenlijke avondmaal verwacht. De plek Bruce Bay is zo afgelegen, dat Jacqui
kookt voor de gasten.
En dat kan ze. Kleine
hapjes vooraf, waarbij John de wijn serveert. Ondertussen staat Jacqui in de
keuken die onderdeel is van de open eetkamer annex zithoek bij de open haard.
‘Huiselijk’, zegt ik tegen haar en probeer dat woord te vertalen. ‘Homeley’, zegt
ze.
Dan gaan we aan tafel:
twee Nederlandse koppels, een Engelsman en als er opgediend is, neemt ook
Jacqui plaats. John scharrelt in de bijkeuken, komt langs met de wijn, waarna
hij op enig moment erbij komt zitten om deel te nemen aan het geanimeerde gesprek.
Lekker eten, aangenaam
gezelschap en een goed gesprek: een mooie combinatie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten