Voor het eerst tijdens
deze reis zijn we in een ‘grote stad’. Wellington is met 180.000 inwoners even
groot als Den Bosch en flink te noemen, naar NZ maatstaf. ‘Het weer in
Wellington kan per dag vier keer veranderen’, lazen we thuis al. Het is fris
als de wind recht van de Zuidpool waait. Uit die hoek komt de frissigheid die
de hitte (27°C) van de afgelopen week verjaagt. Regen en 12°C op zondagmorgen;
veel warmer zal het niet worden. De neerslag is goed voor de boeren.
De hoofdstad van NZ telt
veel musea. We zullen ons niet vervelen. Op loopafstand van de B&B bevindt
zich het Museum of New Zealand/Te Papa Tongarewa.
Voor we dat bezoeken, bel
ik met Minnie. Op het programma staat namelijk een bezoek aan Kapiti Island
dinsdag a.s. De overtocht naar dit kleine natuurreservaat is afhankelijk van
het weer. Andere Nederlandse gasten die we ‘s morgens aan de ontbijttafel
troffen, zagen gisteren de trip die ze vandaag zouden maken, afgelast worden vanwege
het weer. Minnie noteert mijn nummer en verder wachten we dus af.
Te Papa zou hét museum van
NZ zijn. In elk geval is het dat van Wellington. Aardbevingbestendig gebouwd op
een rubberen en loden fundament. En groot. Zes verdiepingen, pracht
architectuur, met het verhaal van ‘Mijn Plek’. Tweetalig, met de geschiedenis
van zowel de Maori’s als de Europeanen (lees: Britten). Een beeld van hoe NZ
werd tot wat het nu is. Met als conclusie (in mijn ogen): ‘We moeten er zuinig
op zijn’. Buiten staan reusachtige Maori-kano's opgesteld langs het water. Alsof ze zo kunnen meedoen met de vier-met-stuurvrouw die vanaf het clubhuis voorbij vaart.
Naast de permanente
opstellingen, zijn er ook twee grote tijdelijke exposities: ‘Gallipoli’ en
‘Terracotta Warriors’.
We beginnen bij de eerste.
Die brengt op imponerende wijze de mislukte invasie van het Turkse Gallipoli in
beeld. Een optreden waarbij geallieerde troepen de Turken (die zich solidair
met de Duitsers verklaard hadden), na een strijd van 25 april 1915 tot 20 dec
1915 niet wisten te verslaan. Ook soldaten uit NZ deden mee. Er vielen aan beide
zijden in totaal 130.842 doden. De Eerste Wereldoorlog is nauwelijks een onderwerp in onze vaderlandsche geschiedenis. Nederland was toen immers neutraal. De tentoonstelling verbreedt ons zicht op deze zinloze strijd.
Op weg naar de etage met
de Britse geschiedenis kopen we kaartjes voor het niet-gratis deel: de soldaten
van het Chinese terracottaleger. We zagen ‘ze’, mogelijk zwerven er meerdere
groepen over de wereld, eerder in het Drents Museum in Assen. De tickets zijn
voor morgen 11.00 uur. Mogelijk is het dan iets rustiger.
Om 14.00 uur eten we warm
in het restaurant, waar we met een tafelgenote uit Canada onderhoudend praten.
Daarna de etage met de
Maori-geschiedenis. Eindelijk kunnen we daar wat dieper op ingaan. Informatief.
Met veel materiële getuigenissen. Omdat we niet alles kunnen zien (en na zoveel
uur gewoon duf worden), besluiten we morgen gewoon verder gaan. Richting
uitgang zien we dat op het plein voor de Gallipoli-expo een zwik klapstoelen in
theateropstelling staat. We zien veel Maori’s en gaan gauw zitten. Even later
mogen we zeker drie kwartier genieten van het optreden van een Kapa Haka
Maori-zang-&dansgroep. Een aangename verrassing. Prachtig.
Iets voor 18.00 uur
verlaten we Te Papa. Inmiddels is het droog. We wandelen naar huis; nog niet
eerder waren we zo lang in een museum. En morgen mogen we er opnieuw heen.
Op 6 februari 1640
tekenden de Engelsen en 500 stamhoofden van de Maori’s de ‘Treaty of Waitangi’.
De Engelse tekst en de Maori-versie leidden al snel tot
interpretatieverschillen. Zeer kort door de bocht: de originele bewoners
voelden zich bedot. In 1975 werd er een tribunaal opgericht om tegemoet te
komen aan uitingen van irritatie, ongenoegen en verzet. Sindsdien is er sprake
van ‘Wiedergutmachung’ waarbij het de vraag is of zoiets absolverend werkt.
Besluiten in het koloniale verleden hebben groepen tot elkaar veroordeeld.
Samen ‘moeten’ leven is een kunst, en deze realiteit klinkt ook door in de woorden van de Maori die op zondagmiddag in het museum Te Papa elke volgende ‘act’ inleidt van de Kapa Haka groep.
Samen ‘moeten’ leven is een kunst, en deze realiteit klinkt ook door in de woorden van de Maori die op zondagmiddag in het museum Te Papa elke volgende ‘act’ inleidt van de Kapa Haka groep.
Hoe kijk ik naar dit in
mijn ogen virtuoze optreden waarbij de combinatie van zang, dans, kleding,
attributen en niet te vergeten lichaamstaal op mij een onvergetelijke indruk
maakt? Het publiek - hoeveel toeristen? - reageert enthousiast. Dit zie ik voor
de eerste keer en het komt me bezield en professioneel over. Het is van de
kwaliteit die we zaterdagavond zagen in een tv-samenvatting op het Maori-kanaal
van het Te Matatini National Kapa Haka Festival 2019. Kijk ik naar nostalgie,
klompendansfolklore of naar iets waarin met hart en ziel de identiteit wordt
uitgedragen? Ik kies op dit moment voor de derde optie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten