zaterdag 13 april 2019

Dagboek Nieuw-Zeeland (42); flinke wind

28/02
Als ik om 06.45 uur van onze ‘cabin’ naar de sanitaire hoek loop, kom ik binnen 100 m. drie weka’s tegen. Ze scharrelen als erfkippen rond en zijn niet schuw. Tijdens de kleine omweg terug zie ik nog twee pukeko’s: slanke donkere loopvogels met een blauwe borst. Je kunt ze niet missen: ze zijn zo hoog als een gans, kwèkken schril en lopen mooi. En snel.

Gisteren hadden we ondanks de regenvoorspelling droog en zonnig nazomerweer. De nacht was helder met een prachtige sterrenhemel. Voor vandaag staat de nodige wind op het programma: dat klopt. We gaan vanmiddag om 15.00 uur weer naar de overkant. ‘Desnoods met de helikopter’, heeft Wayne al aangegeven. We zullen zien. Een kwartier een fikse deining moet toch kunnen.

Bij binnenkomst in de lodge vertelt de gids-van-dienst Pania Barrett direct: jullie vertrekken vandaag al om 09.00 uur. Er komt nog meer wind en vanmiddag wordt er bijna zeker niet gevaren’.


Pania is gisteren ‘aangeschoven’. Ook zij hoort tot de (uitgebreide) Maori-familie die eigenaar is van dit eilandgedeelte. Ik laat haar de foto zien van een ‘boompje’ dat we overal in het regenwoud tegenkomen. De vorm ervan is opvallend: een stokvormige stam met bovenaan een kruintje van bladeren die op rucola lijken. Het blijkt om de horoeka te gaan; in het Engels ‘lancewood’. De Maori’s gebruikten de stevige staken als lansen. Deze magere groeiwijze zorgt ervoor dat dit ding ongestoord (want oninteressant om op te eten) kan ‘opschieten’. Eenmaal boven een bepaalde lengte, gaat het slanke geval zich vertakken om uit te groeien tot een forse boom.

Nu dus meteen bellen naar de kapsalon. Gelukkig kan de afspraak van mijn vrouw vervroegd worden van 16.00 naar 14.30 uur.

Uiteindelijk stappen we om 10.00 uur op ‘Te Aihe’. Afscheid van de familie Barrett c.s. De oversteek van 20 minuten bij zonnig weer en forse wind laat de kleine boot flink bonken op de golven.

Aan de andere kant, in Paraparaumu, varen we op een aanhanger achter een tractor die ons via het strand naar de parkeerplaats rijdt. We nemen weer afscheid, nu van NZ, Zwitserse en Vlaamse mede-lodgegenoten. En van Skye, de jongedame die gids was en nu even vrij heeft.

Vervolgens blijven we geruime tijd in Paraparaumu dat op ons overkomt als een mooie en aangename badplaats met verder van de kust af alle voorzieningen, waaronder een bieb die naast het regionale bestuurscentrum zit.


Na een aantal dagen zonder wifi halen we aan de leestafel van de bieb onze e-post op en beantwoorden we deze waar nodig. We zijn weer ‘bij’, gaan lunchen waarna mijn vrouw naar haar afspraak bij de kapper kan nakomen en ik een flinke wandeling maak langs het eindeloos lang ogende strand.

Op deze nazomermiddag kom ik vier andere personen tegen. Aan de overkant ligt Kapiti Island te ‘blikkeren’ in de zon.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten