woensdag 24 april 2019

Dagboek Nieuw-Zeeland (64); 'ommetje'

22/03
We onbijten binnen: het regent. Of eerder: kermis in de hel, wanneer de zon doorkomt en de zee laat schitteren. We beginnen met het fruit-van-de-dag.

De zoete kiwi: er zijn veel (sub)soorten van deze van oorsprong Chinese vrucht. In NZ zien wij dat behoorlijk wat bedrijven zijn aangesloten bij Zespri. Dat heeft met merkbescherming van de NZ vrucht te maken. Niet alle kiwi’s zijn van NZ oorsprong. Nooit bij stilgestaan. In onze winter komen ze uit bijv. Griekenland en Italië. Zespri Green (behaard en donker) en Zespri Gold (gladder en geliger) komen overeen met de in Nederland bekende groene en gouden/gele exemplaren.

Op deze ochtend leren we bij de ontbijtvruchten een nieuwe lekkernij kennen. Een mini-kiwi, vanwege de bijna geparfumeerd smaak? Misschien de ‘ananasnaya’? Heel lekker.
Het blijkt geen kiwi, B&B-host Victoria heeft hem ‘gewoon’ in de eigen tuin geplukt. Het is de feijoa. ‘Groeit op deze hoogte in NZ’, zegt ze. ‘Typisch voor Zuid-Amerika waar ik dit kleine vruchtje voor het eerst in Columbia at. Niet echt een exportproduct; raakt snel geblutst. Een seizoensfruit. Wat gaan jullie vandaag doen?’

Als gezegd, viel het ook vanmorgen met bakken uit de hemel. Inmiddels is het om 10.30 uur het mooiste weer van de wereld. ‘Kajakken’, zeg ik. Daartoe hadden we net besloten. 
‘Pak die twee die links van het trapje hangen. Ze zijn nieuwer en stabieler dan die vier lange exemplaren die bovendien meer water maken. Hulp nodig?’

We kunnen zonder dat en een poosje later staan we met zwemvest aan beneden op het kiezelstrandje bij de vaartuigjes. We peddelen tussen de rotsen door richting zee. Daar richten we ons op een zandstrandje verderop. 

Flinke deining, zeker voor zo’n kunststoffen wiebelding. Met de branding ‘in de rug’ gaan we het laatste stuk vlotjes richting zand. De kajak van mijn vrouw raakt dwars op de golven, en hup, dat wordt zwemmen. Ze heeft meteen vaste grond onder de voeten. D’r zonnebril ligt ergens onvindbaar in de golven. Even later is ook de tweede boot op het lichte zand getrokken.

Weer zo’n verborgen strandje: NZ barst ervan. Boven staan drie huizen. Niemand te zien. We halen wat spullen uit het (afsluitbare) droge ‘vooronder’. Zelf zijn we doornat. Ik leg mijn korte wandelbroek en sportshirt op de rotsen in de zon. Binnen de kortste keren drogen ze op. Met kleren aan de zee op? Terwijl het zo warm is? Inderdaad, plus factor 50: dunne ozonlaag. 

Even zwemmen, het zandstrandje verkennen en dan weer terug. Eerst moeten we door de branding heen. Die is een regelmatige afwisseling van zoveel hoge en evenzoveel lage golven. Als het de beurt is voor die laatste, duw ik de kajak met mijn vrouw door de schuimkoppen. Ze peddelt snel weg en even later is ze op open water. 

Nu ik nog. Na een tweetal pogingen vanuit kniediep water lijkt het te lukken. Ik peddel als een gek, ontmoet de eerste kop van de hoge serie en ga mooi om. De boot is eerder op het strand dan ik.

Nog eens proberen. En nog een vierde keer, richting de branding. Wat een heroïek ‘The Old Man and the Sea’. De titel van dit boek van Hemingway schiet door mijn kop. Ik zwem met de kajak tot zowat voorbij de golfslag, weet op mijn knieën zittend aan boord te komen, plof neer en ga rap aan het peddelen.

Mijn vrouw is een verre gele boei op het water. Ze gaat al rechtsaf tussen de rotsen naar het kiezelstrand. Dat gaat sneller dan op de heenweg. Verdikke, we moeten een baai verder zijn. Dit hoekje lijkt bedrieglijk veel op onze ‘afslag’. Ik kwèk over het water en ze gaat opnieuw scheep. Inderdaad, voorbij de volgende rots herkennen we onze veilige haven. Spannend hoor, twee van die ouwetjes voor het eerst van hun leven in een kajak op zee. Eenmaal op het strandje geven we elkaar lachend een high-five. En sjorren de kajaks vast buiten het bereik van de vloed.

De rest van de middag kijken we vanaf ons hoge terras naar de Grote Oceaan waarop wij zojuist een ‘ommetje’ maakten. Prachtig. 

Om 18.00 uur worden we gevraagd ‘boven’ bij onze hosts Victoria en Dave een glas wijn te komen drinken. Twee uur later - na een aangenaam samenzijn op hun terras - gaan we met een flinke looplamp in de hand de trap af naar ons arendsnest. Schijfjes zoete aardappel op de bbq, salade van geraspte wortel met vers sinaasappelsap, walnoten, gedroogde bessen en stukjes appel, de laatst eieren worden gebakken. De fles wijn die ‘ten halve’ staat moet leeg; en daarmee zijn we praktisch  door de voorraad heen die wij zondag naar dit afgelegen oord sleepten. 

Morgenvroeg pakken en richting Auckland rijden waar onze laatste B&B van deze reis staat. 





Geen opmerkingen:

Een reactie posten