donderdag 4 april 2019

Dagboek Nieuw-Zeeland (20); bij Bruce Bay

06/02
Om 09.30 uur rijden we van Bruce Bay richting Westland Tai Poutini National Park. Een groot deel van Zuidereilands West Coast is beschermd. Na de regen van gisteren moeten vandaag opnieuw de lichten aan. Dit keer omdat zon en vochtigheidsgraad zorgen voor flarden mist en/of laaghangende wolken die tussen de bomen hangen en het zicht verkleinen op de bochtige route. Hierdoor krijgt de uitbundige vegetatie van het Coastal Rain Forest een mysterieus tintje.

Vijftig kilometer slingerweg verder arriveren we bij Lake Matheson. Rond 1880 woonde hier een veeboer met die naam. Toen de gold rush voor de toestroom van mensen zorgde, opende hij ter plekke een slagerij. Het moet er druk geweest zijn. Het vele volk dat vandaag op de been is, bestaat uit toeristen.

Hier valt ‘dé foto’ te maken. Dat wil zeggen: een plaatje waarop Mount Cook en Mount Tasman weerspiegeld in het meer worden vastgelegd. Voorwaarden: beide bergen moeten volledig zichtbaar zijn terwijl er geen wind is. Vandaag laat een licht briesje het water rimpelen en Mt Cook, de hoogste berg van NZ is in de wolken verdwenen. Dan nog is het uitzicht imponerend.

Dat ensemble heeft dus ook deze woensdag een zwik mensen aangetrokken. Naar schatting bestaat de helft uit Chinezen. Vroeger hadden de Japanners de naam om alles wat los en vast zat te fotograferen, nu krijgen de Chinezen die eer.

Tenzij wij al drie weken op populaire plekken steeds dezelfde groep tegenkomen, vallen de Chinezen op door hun voorliefde voor kiekjes waarop ze zelf het zicht ontnemen op wat aantrekkelijk is. Ook vandaag zien we dat gedemonstreerd worden. ‘De Westerlingen’ kijken geamuseerd toe. Neem een meer met daarachter een besneeuwde berg. Plaats daarvoor een Chinese vrouw of man en maak een serie foto’s terwijl betrokken v/m opvallend poseert (vrouwen met geprononceerd Spielbein), waarbij handen fanatiek de lucht in gaan dan wel zodanig gehouden worden dat het lijkt alsof de berg opgetild wordt dan wel op één vinger balanceert. V-tekens worden gemaakt, hartjes en niet te vergeten ‘duimpjes’. De hele familie moet aan de beurt komen. ‘Met pet, zonder pet, met per in de hand’, merkt mijn vrouw op, Het Maken van dit soort foto’s is - zo schijnt mij toe - naast tafeltennis dé activiteit waarmee Chinezen opvallen. En als zij niet elkaar fotograferen of selfies produceren, worden buitenstaanders geronseld. Nog niet eerder heb ik zoveel Chinezen op de plaat gezet met ‘vreemde’ mobieltjes.

Terzijde 1: stiekemkes heb ik vandaag een jongedame geknipt. Lang stond zij op het toneel (een vlonder op het water), controleerde elke opname, ging weer als een ballerina voor de berg staan, en het ontbrak er nog aan dat de ‘Westerlingen’ die deze scene vanaf een houten trap gade sloegen, applaudisseerden toen de ‘shoot’ klaar was.
Terzijde 2: Ik krijg na dit soort toneeltjes de aanvechting om te vragen: ‘Do you know Flans Bauel? His wife Maliska? They like Chinese babi pangang’.

We wandelen rond het meer, genieten van het landschap en lunchen op het terras van het restaurant bij de toegang tot de Lake Matheson Track.

Dan richting Fox Glacier. Kennelijk was de vooraf geraadpleegde info in het door ons meegenomen boek van National Geographic niet up-to-date: de gletsjers Fox en Franz Josef die hier in de buurt ‘liggen’, zijn niet langer vanaf het land te bezoeken. Stukken vallen naar beneden en om gevaarlijke situaties te voorkomen moet je met de helicopter mee. Die zet je af op het ijs, waarna je met de gids een paar uur verder gaat tot het punt waar je weer opgepikt wordt. Afijn, toen we dinsdagmiddag de prijzen voor de heli zagen - we hadden dit luchtvervoer niet in ons programma op laten nemen - besloten we om woensdag na de tocht rond Lake Matheson, te lopen naar het uitzichtspunt op de Fox, een plek op 450 m. afstand.

Een pittige klim bij 22°C door een desolate omgeving waarin meegevoerde keien in een uitgeslepen gletsjerbed de hoofdrol speelden. Onderweg passeren we borden die duidelijk maken dat het ijs nog niet zoveel jaren terug verder reikte. Op dit moment is er sprake van ‘krimp’. Ook het imposante natuurverschijnsel sneeuwrivier wordt bedreigd.
Achter een hek kijken we naar het laatste stukje van de gletsjer: de ‘Ice Wall’ of ‘Terminus’. Hier houdt het nu op, ondanks het feit dat op het hoogste punt jaarlijks 16 m. neerslag - meestal in de vorm van sneeuw - voor verse aanvoer zorgt.

Op weg naar ‘huis’ brengen we een kort bezoek aan het strand van Bruce Bay. Daar komen we ‘s avonds terug met gastheer John. Het idee om dat te doen, ontstond tijdens het heerlijke diner dat gastvrouw Jacqui bereidde met de vis die John eerder ving in de baai (whitebaite en kabeljauw). In de pick-up hoorden we een verhaal over de omringende begroeiing (boomsoorten, struiken, toepassing/gebruik) en over de historie van Bruce Bay ten tijde van de houtkap, gold rush, wegaanleg. Het plaatsje is nu - wat de Italianen noemen - drie huizen en een kat.

Voor we - rond zonsondergang - echt opgevreten worden door de sandflies, stappen we weer in de auto.

Overigens: vlak voor het diner voelden Jacqui en een van haar gasten de aarde even trillen. Een van de vele dagelijkse aardschokjes in dit land. Ons ontging dit.

De buurman van Jacqui en John is Maori. John geeft aan dat ieder zich Maori mag noemen die verwantschap aan kan tonen. Stammen heten de (nieuwe) familieleden welkom. Er is sprake - vervolgt onze gastheer - van een opleving van de aandacht voor de Maori: taal, historie, gebruiken, kunst. Wat wij daar tot nog toe van merken, is dat veel (misschien wel de meeste) aanduidingen in twee talen zijn en dat localo’s Maoriverhalen aanhalen en basisbegrippen uit het Maori beheersen. Maori’s zelf hebben we nog niet ontmoet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten