Weer naar de zomer van 1967. Mijn zus Nelly verhuist met man en vijf kinderen naar Italië. En ik mag mee als hulpje. Niet zo vreemd, want als jongste thuis ik logeer vaak bij haar gezin. De benjamin daar is mijn petekind.
Grote vakantie in Selvino. De derde week van mijn verblijf arriveert Henk. Over twee weken zullen we samen per trein maar huis reizen. We hadden gezamenlijke plannen voor het Franse Massif Central en het werd Italië. Henk is er koud één dag of Jan-Hein arriveert. Even over uit de buurt van Genua waar zijn familie verblijft. Allemaal geregeld zonder sms of e-mail. In een tijd dat bellen vanuit een Italiaanse telefooncel door buitenlandse toerist bij hen een IQ van 140+ veronderstelt. Drie vrienden in Italië, een paradijs voor knapen van negentien.
Vroeger zaten we bij elkaar in de klas. Gezamenlijke vakanties in Ockenburg en Aywaille. Op de fiets, althans grotendeels. Nu dan door een toeval samen in Selvino, en al gauw op weg naar Milaan. Daar is een metro, ook al zowat. Met een automaat die pakken melk verkoopt en we hebben net dorst.
We bezoeken de stad. Erg mooi. Ik ga op zoek naar restaurant Biffi. Een vast onderwerp van mijn pa. Hij was daar ooit met zijn baas voor modezaken en die bespreek je aan tafel. Wij moeten dat avontuur bij de geringste aanleiding aanhoren. Het blijkt gevestigd in de Galleria Vittorio Emanuele II. Onder de glazen koepel hangt een net. We bezoeken ook de witte Dom die ik tot dan toe alleen ken van de foto uit ‘E.H. Gombrich, Eeuwige Schoonheid'.
Verderop raak ik onder de indruk van een prachtig, slank en hoog kantoorgebouw van de firma Pirelli. Op dat moment met zijn 127 m. het hoogste gebouw van het land. Om dat goed te kunnen bekijken, nemen we plaats op het grasperkje voor de wolkenkrabber. We hebben tijd zat en de zon schijnt.
Na nog wat gewandel, gaan we onder de bomen langs de kant van een drukke weg zitten. Veel fietsers komen er niet langs. Italië. Toch verwachten we dat Cees elk ogenblik langs komt peddelen, met zijn boekentas op het stuur. We roken en wachten af. Cees komt niet; zeker een andere route gekozen op weg naar huis. Of hij moet nog even langs de bakker voor zijn moeder.
Het is een mooie dag; als Cees maar niet verdwaalt in Milaan.
Over telefoneren anno 1967 in Italië: http://bolduque.blogspot.com/2010/12/tabacchaio.html
Geen opmerkingen:
Een reactie posten