woensdag 21 maart 2012

Pestheiligen

De pest of de Zwarte Dood hield vroeger flink huis in Europa. Die besmettelijke ziekte kon de bevolking van een stad of land decimeren. Er was geen kruid tegen gewassen; alleen wonderen konden helpen.

Om de pest te keren dan wel te voorkomen, konden gelovigen de zogenaamde ‘pestheiligen’ aanroepen. Op deze foto staan er twee: links Sebastiaan en rechts Rochus. In hun midden bevindt zich Maria met Kind. Antonius Abt, der Dritte im Bunde, is niet door de anonieme schilder afgebeeld. Dit fresco is te zien op de façade van een huis in het Italiaanse Predazzo. Een wandeling in de Via Indipendenza levert heel wat vergelijkbare ‘plaatjes’ op.

Antonius en Sebastiaan zijn tijdgenoten uit de eerste eeuwen van het christendom. Antonius leefde in het huidige Egypte. Als jonge vent schenkt hij het geërfde familiekapitaal aan de armen en wordt kluizenaar in de woestijn. De man krijgt daar volgelingen waardoor de eerste groep monniken ontstaat. Eeuwen later gaat de naar hem genoemde orde der Antonieten pestlijders verplegen. Vandaar de verbintenis met de besmettelijke ziekte. En met het varken, maar da's een ander verhaal. Antonius vormt voor kunstenaars een inspiratiebron, zo ook voor stadsgenoot Jeroen Bosch.

Terwijl Antonius in de woestijn mediteert, is Sebastiaan Romeins soldaat. In die tijd is het nog gevaarlijk om christen te zijn. Als aan het licht komt dat Sebastiaan dit nieuwe geloof aanhangt, vindt hij de dood in een pijlenregen. Helemaal gelukt is die actie niet, want de weduwe Irene die hem komt begraven, treft hem nog net levend aan. Bij haar thuis knapt hij op, waarna hij in het openbaar opkomt voor het lot der christenen. Hij wordt opgepakt en dit keer lukt het wel om hem naar de andere wereld te helpen.

Rochus van Montpellier is nooit echt heilig is verklaard. Net als Antonius 1.000 jaar voor hem is hij een rijke jongeling die zijn geld weggeeft aan de armen. Daarna maakt hij een voetreis naar Rome en onderweg verpleegt hij lieden die lijden aan allerlei smerige ziektes. Op de terugweg krijgt hij zelf de pest, waarvan hij door tussenkomst van een engel geneest. Thuisgekomen wordt hij niet vertrouwd en hij sterft als jonge vent in de stadsgevangenis in 1327.

Op deze afbeelding is Sebastiaan te herkennen aan de pijlenbundel in zijn linkerhand. Rochus wijst naar zijn linkerbeen, waar zich een open pestwond bevindt. Een klein bordje onder het fresco geeft aan dat dit werk uit het begin van de 16de eeuw stamt, en kenmerken heeft van de zogenoemde ‘Duitse school’. Met deze afbeelding lijkt het huis erg goed beschermd. Wie een naam draagt die afgeleid is van Antonius, Sebastianus of Rochus hoeft er niet bang voor te zijn om een ‘pestlijer’ te worden.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten