Mijn linkerknie doet het al een tijdje niet meer zo
goed. Dus dokter en foto's. 'We zullen eens naar de binnenmeniscus gaan
kijken', zegt de specialist. En hij heeft het over de schadelijke zijde van
hardlopen. ‘Wachtlijst?’, vraag ik. Twee dagen later komt er al een
telefoontje: ‘U staat nu gepland op 29 maart’. Da’s snel. Ik kijk in mijn
agenda en zeg oké.
In de aanloop moet er een lijst ingevuld worden. Die
blijkt met zorg samengesteld: hiervoor moeten de nodige proefversies geweest
zijn. ‘Zijn er vanwege uw geloofsovertuiging zaken waarmee wij rekening moeten
houden?’. Iedere gelovige moet zich hierin kunnen herkennen. Er zijn mensen die
geen medicijnen willen nemen en die komen uit een heel andere hoek dan
vrouwelijke patiënten die geen mannelijke dokter in de buurt dulden. Of is dat
laatste cultuur? Ben blij dat ik mijn hoofd over die lijst niet heb hoeven
breken: politiek correct zijn, niemand op de tenen staan. Bijvoorbeeld ‘Heeft u
een bloedoverdraagbare aandoening?’
Krijg d’r bij 'vraag zoveel' zowat een balorig gevoel
van. ‘Heeft u last van geheugenvermindering?’ Bijna ingevuld: ‘Kan ik me niet
herinneren’. Ik begrijp ook dat kronen en een bril onder de categorie
‘hulpstukken en prothesen’ vallen. Ik heb geen bezwaar tegen een gemende kamer:
zo slaap ik thuis ook. Omdat het in mijn geval om een dagopname gaat, kan ik
die vraag overslaan. Alleen als je langer opgenomen wordt en bezwaar maakt, kun
je dat aangeven.
Maandag 26 maart is er een intake. De ingevulde
vragenlijst gaat mee. Ik ben allergisch voor schelp- en schaaldieren. Dat
blijkt niet echt relevant. Wel de overgevoeligheid voor acetylsalicylzuur, een
pijnstillend, koortsverlagend en ontstekingsremmend middel. Zit bijvoorbeeld in
de aspirine. ‘Bij inname moet ik naar het ziekenhuis’, zeg ik.
D’r
is ook iemand die in mijn mond komt kijken. ‘Er zijn altijd Bosschenaren die
daar speciaal op reageren’, zegt de vragensteller aan de andere kant van de
tafel. ‘Komt u uit Den Bosch?’. Ik zeg hem dat ik op het idee voor de ‘Bossche
Koekwaus’ ben gekomen, een joekel van een koek met een gat erin. ‘Prebeer dè
kuukske mar ’s overdwars in oewen bèk te krijge’. Heb ik toch nog een grote
bek.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten