Om met de
deur in huis te vallen: ik heb een afschuwelijk jeugd achter de rug. Het lucht
op om dat zo op het internet te kunnen ventileren. Ik zie d’r misschien niet
naar uit, maar ik wil er niet aan herinnerd worden. Ik ben het slachtoffer van ‘te veel aandacht en liefde’. In de volksmond heet dat dan ‘verwend’. Dat is het eerste wat ik hoor
als ‘ze’ weten dat ik een nakomertje ben. ‘En verwend zeker met al die grote
broers en zussen!’ Nou, broers waren d’r niet en alleen maar zusjes hebben is
ook niet alles. Want die leren je allerlei kunstjes. Bijvoorbeeld Engelse
woorden en liedjes als ik vier ben. Of de Franse versie van ‘Vader Jacob’. Op
Duits staat een verbod want pa is tijdens de oorlog een paar keer opgebracht door die rotmoffen.
‘Verwend’ is
tot op het bot bedorven. ‘Te veel aandacht en liefde’ is veel erger: het leidt
tot waanzin. En die gekte slaat al jong toe. In het kader van mijn huidige herstelprogramma heb ik mijn jeugdalbum nog eens doorgenomen. Als klein kind al, kan
ik op mijn kop gaan staan, maar niemand begrijpt dit signaal: 'Stop nou 's met al die aandacht!' En hoe reageren die meiden bij ons thuis? ‘Wat leuk, ons
Harrieke’ en hup komt de kodak uit de kast. Op zo’n moment wil ik met rust
gelaten worden en die anderen denken dat ik grappig ben. Onbegrip. Vechten
tegen de bierkaai.
Helemaal is het een foltering als een van die groten me op een stoel zet. Of zelfs op tafel. En dan
moet ik het laatst aangeleerde vers opzeggen. Met een hoofdknikje en sympathiek
handgebaar vooraf. Dat flikken ze me vooral als er volk over de vloer is. Als
ik klaar ben met dit kunstje, komt er applaus. Ik geneer me kapot. Later mijd
ik dan ook gezelschappen groter dan drie mensen. Optreden voor publiek is
voorgoed onmogelijk gemaakt.
Geen enkele zus
van mij die deze tekst leest, neemt mij serieus. Ze kennen het verhaal en
zeggen vast ‘Daar heb je hem weer’. Of ‘Nog steeds de leukste thuis’. En met die eerste opmerkingze hebben gelijk. Ik ben blij met die grote hoeveelheid aandacht en
liefde die mij vroeger ten deel viel. Misschien ben ik daardoor ook best goed geworden in vreemde
talen. Al sta ik niet meer op stoel of tafel, spreekangst is me onbekend. Ik
zou willen dat er een club bestond voor mensen met een gelukkige jeugd. Daar ging
ik me dan direct voor aanmelden. Bedankt meiden!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten