zaterdag 4 februari 2012

Linksdraaiend

Ik weet nog wanneer ik bergwandelen een zinvolle activiteit ging vinden. Een inspanning dus die zou kunnen bijdragen aan mijn ontwikkeling. En dat dan bij voorkeur in combinatie met een gevoel van (voornamelijk fysiek) welbevinden. Beide elementen vormden een dominant criterium in mijn definitie van 'zinvol', zeker in die tijd. Dat was tijdens een verblijf bij mijn zus in Noord-Italië ter gelegenheid van Kerstmis. Laten we zeggen 'iets meer dan 20 jaar geleden'. Ik liep toen op 1.000 m. in de oude klimspullen van mijn zwager en vond dat gesjouw iets dat mij aansprak.

Nou had ik in de Vooralpen en op andere plekken wel eerder over een bult gelopen, maar kennelijk was ik op dat moment 'rijp' om echt door die sport geoogst te worden. Sindsdien heb ik al een aantal bergschoenen versleten. Het paar waarop ik hier op Tenetife loop, heb ik in 2000 gekocht. Onverslijtbaar lijkt het duo dat van Italiaanse origine is. Het tweetal raakt evenwel op en ik weet nog niet of ze Nederland nog terug zullen zien.

Tijdens mijn gezeul hier, kom ik uiteraard andere wandelaars tegen. Ik let altijd op hun schoenen. Niet op het merk, maar op het soort. De meesten hebben wel stevige bergstappers aan. Toch zag ik veertien dagen geleden een tweetal volwassenen, vergezeld door een tienermeisje, bezig met een poging op sandaaltjes de kloof van Masca te bedwingen. Misschien niet uniek, wel driest. Of triest. Ze spraken een Oost-Europese taal wat natuurlijk niet alles wil zeggen. Bij mij in de buurt liepen op dat moment namelijk Polen en Letten die voorzien waren van het juiste schoeisel.

Britten haal je er onderweg altijd direct uit. Niet aan hun schoenen overigens. Het gemak waarmee ik ze kan herkennen, staat ook los van dit eiland: ze vallen overal op. Of moet ik zeggen 'door de mand'?  Stel je een smal bergpad voor waarop wandelaars elkaar tegemoet treden. Klimmers hebben het zwaarder dan dalers, waardoor de dalende categorie zich in de regel waar maar plaats is, afwachtend opstelt om de naderende lieden ongehinderd te laten passeren. Op zo'n moment valt de Britse wandelaar nog niet op. Dat gebeurt pas op paden die breed genoeg zijn om elkaar met enige zijwaartse verplaatsing en zonder te stoppen te kunnen passeren.

De betreffende wandelaars zoeken dus al lopend de zijkant op. In dat geval ga ik rechts verder en de tegemoetkomende Italiaan, Spanjaard, Est, Fin of Duitser doet dat ook, maar dan aan zijn/haar kant. Zo niet de Brit. Die sorteert links voor en staat hierdoor aan de kant die ik vanuit mijn perspectief voor de meest wenselijke houd. Voor beide partijen een automatisme keuze.

Grappig zijn de momenten waarop de betrokken Britten  - alvorens het voor de elkaar tegemoetkomende recreanten echt gevaarlijk wordt - inzien waaruit deze positiebepaling voortkomt en alsnog naar hun rechterkant stappen. Volgens de heersende theorie komen de dingen die wij denken en doen voort uit een onontwarbare kluwen van genetisch materiaal en dat wat we onthouden.


Daarom lach ik hier de Britten met een begrijpende blik in mijn ogen toe en mompel ik in plaats van 'Hola' een goed waarneembaar 'Hello'. Als een soort compliment, zeg maar. Als ik over een halfjaar weer op hun eiland rondbanjer, zal ik trachten mij 'aan te passen' aan de regels van hun linksdraaiende wandelparadijs. Dat wordt beslist lachen op grote hoogte.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten