dinsdag 31 juli 2012

Limoux

Het plaatsje Limoux ligt op 24 km van Chalabre en ik bereik het langs een bochtige weg die eerst de klim naar een hoogte van 650 m inhoudt. Daarna volgt een langzame afdaling langs wijngaarden. Uit dit heuvelende gebied komen de Crémant en de Blanquette de Limoux vandaan. Het landschap met zijn cipressen en typische gebouwen doet aan de Provence en Umbrië denken. De Romeinse erfenis wordt slechts af en toe onderbroken door een huis dat overal in dit land zou kunnen staan.

Het is hier een mooie hoek van Frankrijk. 'Ung bong coeng', zoals dat in het zuiden klinkt. Sommige opschriften zijn in het Occitaans om het 'authentieke' karakter van een activiteit of product de accentueren'. Deze taalgroep kent een aantal varianten en vertoont verwantschap met het Catalaans. De oudste generatie zou het volgens onderzoek regelmatig spreken.

Limoux was onlangs startplaats voor een rit van de Tour de France. Allerlei versierselen in de straten herinneren hier nog aan.

Het stadje is gebouwd aan weerszijden van de Aude. Van de oude textielindustrie is nauwelijks nog iets aanwezig. Wijn is nu van economisch belang. Ik maak een wandeling langs het water, passeer een brug, loop langs het Pianomuseum dat zich in een oude kerk bevindt en keer weer terug naar de andere kant van de rivier. Na een kort bezoek aan de kerk van Saint Martin de Limoux kies ik aan het centrale plein een terras uit voor de lunch. Het is 33° C. en ik geniet van de aangename sfeer. Morgen reis ik verder via Barcelona naar Valencia.

maandag 30 juli 2012

Le Cazal

Laat in de middag van zondag 22 juli 2012 gaat om 17.30 uur de zevende editie van de Kampioenschappen Kruiwagenrijden van start. Plaats van handeling is het Franse gehucht dat zich op het spandoek afficheert als 'Le Cazal capitale internationale de course a la brouette'. Er wordt al dagen reclame voor gemaakt en volgens kenners moet het een vermakelijke wedstrijd zijn. Het plein van het gehucht Le Cazal nabij Chalabre is ingericht voor de strijd. Met een officiële jury achter een tafel.
Het weer is uitstekend en de eerste deelnemers staan al klaar: verklede kleuters, al dan niet bijgestaan door hun ouders. Ze draaien wat rondjes om een strobaal en worden op enig moment afgevlagd. Applaus.Daarna komen de oudere kinderen, die hun kruiwagens omgebouwd hebben tot raket of racewagen. Hun afstand is beduidend langer en het gedeelte heuvelopwaarts blijkt geen sinecure.

Het zwaarste parcours is voor de volwassenen. De uitmonsteringen blijken nog carnavalesker en de sfeer op het plein is magnifiek. Eerst nemen de damesteams het tegen elkaar op en vervolgens de heren. Die laatsten moeten na elk rondje ook nog een glas bier drinken. De organisatie is in handen van lieden met een rode alpinopet. Op hun T-shirt staat 'Festejaïres del Cazal'. Ongetwijfeld Occitaans en waarschijnlijk zoiets als 'Feestelijkheden van Le Cazal'. Ze hebben met hun gemoedelijke aanpak geen kind aan deelnemers noch publiek. Onder de prijzen die zij uitreiken, bevindt zich een koperen minikruiwagentje.
Ik vermaak me prima bij dit feest. Na afloop is er een geïmproviseerd restaurant in een schuur. Voor ik naar huis ga, drink ik nog een laatste biertje naast het komische 'Monument aux Bons Vivants'. Een gedenkteken dat in dit vrolijke dorpje geheel op zijn plaats lijkt.

zaterdag 28 juli 2012

Chalabre

Oostelijk van Toulouse wordt ter hoogte van Pamiers het uitzicht groots. In de verte de Pyreneeën. Een halfuur later volg ik de borden richting Chalabre, waar ik de komende week zal verblijven.

Het land van de Katharen', was de opmerking van een Frans echtpaar waarmee ik eerder die middag onderweg een praatje maakte. Na zoveel eeuwen spreken deze aanhangers van een zekere geloofsrichting nog steeds tot de verbeelding. Ze hadden andere ideeën over het hiernamaals dan de door het centrale gezag gesteunde Kerk. Een zware vervolging werd hun lot. Toen ik hier tweeëneenhalf jaar geleden was, beklom ik de Montségur om er de resten van het oude kasteel te bezichtigen. Een stralende dag vlak voor Oud en Nieuw met een geweldig overzicht vanaf de steile hoogte.

Het stratenplan van Chalabre is dat van een Monopolybord. Centraal punt is de carrévormige markt, die met een houten dak bijna geheel overdekt is voor de handel die daar plaatsgevonden moet hebben. Daar omheen staan wat rijen huizen, afgesloten door een vierkant van straten. Dit kwartet had voor het gemak vernoemd kunnen zijn naar de windstreken. Veel doorbuigende platanen en geparkeerde auto's. Twee cafés waar ook een dagmenu geserveerd wordt, een hotel dat kennelijk met subsidie aan de praat blijft en verder winkels voor brood, groente en vlees. In de zomer doet het veel levendiger aan dan in de winter.

Geen wifi in het voormalige klooster waar ik verblijf. Ik maak een paar dagen gebruik van de verbinding bij de VVV-vestiging. Als die het laat afweten, verwijst de beheerder me naar Café de la Paix. Dat betekent twee vliegen in één klap: drank en internet. Je kunt maar ergens aan verslaafd zijn.

Vierzon

Tegen Lille begint het al wat op te klaren en bij Parijs is het dan eindelijk zomer. Zelfs de Périphérique is aangenaam, met deze stralende zon. Buiten de auto is het 28°C. Op 17 juli lijkt de kou in Nederland al heel ver weg.

Laat in de middag verlaat ik de A20 bij afslag 8: Massay en ga op zoek naar Le Clos de la Fontaine. Ik ben de binnenplaats nog niet opgereden of er staat al een dame bij de auto voor een hartelijk welkom. Ze blijkt de eigenaresse en ik zal overnachten in de schuur. Die blijkt twee ruime goed geoutilleerde kamers te bevatten en ik krijg de Chambre Nature.
Le Clos is een voormalige wijnboerderij. Hoewel ik alleen nog eindeloze graanvelden heb gezien, moet het hier een wijnstreek zijn, vertelt de dame. Het bekende Reuilly ligt in de buurt.
Massay is een lintdorpje met een restaurant dat nu gesloten is. Die indruk maakt het hele gehucht. Ik word naar Vierzon verwezen, tien km. verderop voor de avondmaaltijd. 'Bij de tweede brug zit een goed Italiaans restaurant voor als u geen uren wil tafelen'.

Tot zo'n 25 jaar geleden vertoefde ik in zomer en herfst vaak en uitgebreid in Frankrijk. Toen was de leegloop van dorpjes en kleine plaatsjes al kenmerkend voor het platteland. Ook in Vierzon blijkt het centrum behoorlijk wat leegstand te kennen van al vóór de crisis. De gemeente telt nu rond de duizend inwoners. In 1975 waren dat er nog duizend meer. Dit gegeven en de aanblik van de verlaten winkels geeft de avond een traag karakter. Ik was eerder op plekken waar met subsidie de aanwezigheid van de laatste bakker gegarandeerd werd. En waar een bord aan de gemeentegrens trots liet weten dat er het afgelopen jaar een groei was geboekt van acht personen, waaronder drie kinderen. Wandelend door de straten langs het water laat me meeslepen door de vraag waar ik de energie vandaan zou moeten halen om te kunnen blijven leven in een stad aan het infuus.

Het terras van Le Clos wordt bevolkt door een vrolijk gezelschap. Op enige afstand daarvan speel ik aan een tafeltje voor De Schuur nog geruime tijd met het thuisfront Wordfeud en wat dan nog Rumble heet. Bij mooi weer zal ik hier morgenvroeg om 09.00 uur ontbijten. Achter De Schuur balkt een ezel. Ik ga langs de bloemenpracht naar mijn kamer en val in een droomloze slaap.

zaterdag 14 juli 2012

Peultjes

‘Politie Antwerpen’, flitsende tv-serie. Over misdaad. En moeilijke relaties, want de speurneuzen zitten niet alleen achter een stelletje boeven aan. Samengebalde dialogen, voor de Nederlandssprekenden buiten Nederlandstalig België ook nog ondertiteld. Moet je nagaan, terwijl Maxime Vehagen al jaren zonder verklarende tekstbalk voor de camera mag. Lust je nog peultjes.

De laatste aflevering zette een boze aannemer op het toneel. Ondanks de aanwezigheid van zware sloten, hadden jongelui toch nog ‘de hekkes’ open gekregen. ‘De hekken’, viel er synchroon te lezen. Je hoeft echt niet zoals ik uit Den Bosch te komen om te snappen wat die grimmige ondernemer bedoelde. Wij zeggen dat ook ‘de hekkes’, het meervoud van ‘het hekke’. In een kleine uitvoering heet zoiets ‘het hekketje’. Het is verboden om fietsen te plaatsen bij ‘de hekkes van de Grôte Kerk’, bij de St.-Jan dus. Hoeft ook niet, want als fietsstad van Nederland barst de stad van al dan niet gratis stallingen.

‘Hekke’ is een nevenvorm van ‘Hek’. En die laatste heeft de status Algemeen Nederlands gekregen. De eerste leeft regionaal voort. Voor veel begrippen bestaat deze linguïstische schizofrenie, bijvoorbeeld bij ‘hauwkes’ en ‘peultjes’. Wij zeggen ‘hauwkes’.

‘Hauw’ en ‘peul’ zijn synoniemen, waarbij het eerste woord een wat anoniem bestaan leidt. Op de menukaart zul je het niet tegenkomen. Gisteren heb ik ze verwerkt in een salade: lekker. Als ik ze op de markt bestel, kijkt niemand me vragend aan. Nou ja, misschien een wachtende klant die op peultjes uit is. En vervolgens verbaasd kijkt als ik op de vraag ‘Hoeveel?’ antwoord met ‘Doe maar ’n haffelke’.

Tijdens de geweldige cursus ‘Boschlogie’ heb ik heel wat cursisten ontmoet waarbij thuis op het spreken van dialect een verbod stond. Begrijpelijk én jammer. In dat soort gevallen reageer ik met: ‘Als je je thuistaal koestert, loop je rond met cultureel erfgoed in je mond’. Aangezien dit in het Bosch gezegd wordt, klinkt dit laatste als: ‘in oewen bèk.’ Lust je nog peultjes?

donderdag 12 juli 2012

Rumer & Rumble


De afgelopen weken heb ik twee nieuwe woorden geleerd: Rumble en Rumer. Rumble is een woordzoekspelletje, gratis verkrijgbaar bij de App Store. Ik speel het op de iPhone en toen ik door de jongedame op deze game geattendeerd werd, schreef ze: ‘Werkt verslavend’.

Op je scherm verschijnt een bord met 16 letters. In alle richtingen zijn hiermee woorden te combineren. Dit doe je ‘tegen een ander’, in drie rondes van elk twee minuten. Net zoals bij Wordfeud zijn er letters met extra woord- of letterwaarde. Het allesbeoordelende woordenboek is geen Van Dale. Daarmee wordt het zoeken in een aantal gevallen ‘trial and error’, of liever ‘frotwerk’, een gepaste vertaling voor ‘rumble’.

Ik houd het aantal tegenstanders gelimiteerd: drie dames, familie. Mijn grootste tegenstander ben ikzelf. Misschien overvoerd tijdens een aantal kostschooljaren, houd ik mij in de regel verre van spelletjes. Bovendien mis ik het scherpe en snelle arendsoog. Scrabble vind ik wel leuk, evenals Party&Co. En de mini-uitvoering van de Kolonisten van Catan. Sinds kort passen in die trend Draw Something, Wordfeud en nu dus Rumble. Bij dit alles heb ik één wens: winnen. Op het verbetene af. En juist bij Rumble bijt ik regelmatig in het zand. Als het kan, zou ik uren aan dit spel kunnen spenderen. Een fanatisme houdt me in de greep en na elk verlies denk ik: ‘de volgende slag is mijn’. Nu weet ik ook waarom ik nooit meer naar een goktent ga, want ook daar herkauw ik die zin als een mantra. En ga vervolgens keps naar huis.

Eigenlijk werd me die beheptheid zo’n 30 jaar terug al duidelijk tijdens mijn eerste bezoek aan een speelzaal in Seefeld. Wijs geworden zette ik me in Las Vegas op een kwantum van 50 dollar. Daarna volgde een laatste toets in Nijmegen. Als ik gewoon buiten blijf, is er niks aan de hand. Maar binnen is winnen. Ik zou best met mijn kop in een scanner willen om te zien welk plekje in mijn hersenpan opgloeit bij het werken aan de gokkast.

Rumer is een zangeres, balsem voor mijn ziel. Na wat uurtjes Rumble heb ik te lang mijn adem ingehouden en sla ik net niet aan het hyperventileren. De schouders zijn opgetrokken en gefixeerd geraakt op oorhoogte. Rumer brengt mij weer terug in ontspannen staat. Vorige week trad zij op tijdens het North See Jazzfestival. Een vooraankondiging in NRC bracht mij via YouTube naar haar uitvoering van ‘Slow’. En ik viel als een blok. Haar CD ‘Boys don’t cry’ ligt nu bij mijn overlevingspakket. Mierzoet. En móói man. Van de categorie ‘Manjefiekomenarrie’, om het met een ‘gefrot’ thuiswoord te kwalificeren.

woensdag 11 juli 2012

Akkerrand met missie


Vandaag, 10 juli 2012, zullen we dan eindelijk het Maarten van Rossumpad afronden. Aan deze langeafstandswandeling begonnen we zo'n acht jaar geleden. En om de een of andere reden bleven er steeds wat onafgewerkte eindjes. Vanavond kunnen we, na het traject Schaarsbergen - Leersum, ook deze routebeschrijving in de kast zetten. We starten om 11.15 uur bij Zijpendaal, nog net Arnhem.

Het landschap glooit. Het lopen over de stuwwal geeft meteen een ‘buitenlands’ tintje aan deze wandeling. Al snel passeren we het gelijknamige kasteel. Zijpendaal is het eerste van de lange reeks landgoederen die we vandaag tegen zullen komen. Een tweede rode draad vormt de herinnering aan de Slag om Arnhem, waarvoor we vanaf Schaarsbergen aanwijzingen vinden.

Op heuvels vonden de eerste bewoners van ons land een droge plek om zich te vestigen. In Schaarsbergen werd vuurstenen gereedschap gevonden van 70.000 jaar geleden en het landgoed Warnsborn telt een aantal grafheuvels waaronder een enorm exemplaar dat de naam ‘Meelworstenberg’ kreeg.

Na een flinke klimpartij zien we links boerderij ‘De Leemkuil’. Het is niet moeilijk te raden waaraan deze naam ontleend is. In de directe nabijheid bevindt zich een opmerkelijke laagte, ontstaan bij het afgraven van het bouwmateriaal. Aan de andere kant van de weg begint Mariëndaal dat oud, groot en geaccidenteerd is én bijzonder interessant, alleen al vanwege de ‘Groene Bedstee’, een beukenhaaglaan van 400 meter die zich als een groene rups in het landschap bevindt. Uniek. Prachtig. 

We komen in de buurt van de Rijn. Nog één heuveltje op en dan ligt een open gebied langs de rivier voor ons. Net op dat moment begint het te regenen. De bomen bieden nu nog enige bescherming. Langs de akker rechts is een strook afgepaald met een uitbundige bloemenpracht. Wie heeft dit bedacht? Onderdeel van een ecologische verbindingszone? Particulier initiatief? In elk geval kleurrijk.

In de uiterwaard bij Oosterbeek krijgen we een flinke bui te verwerken. Bij de Oude Kerk klaart het weer op. Het godshuis blijkt van pre-romaanse oorsprong. Het is volgens een bordje de oudste in gebruik zijnde kerk van Nederland. De poort is van een klassieke schoonheid. Waarna we verder gaan langs een zeer groen en nat pad richting Doortwerth. Heveadorp is alleen al vanwege de naam een curieus verschijnsel. Prachtig gelegen aan de rand van de stuwwal, vlak voor de Rijn. Ik kom op bekend terrein: tien jaar terug bezocht ik hier in het kader van mijn werk de ‘Hunneschans’, een ringburgwal van zo’n 1.000 jaar geleden.

Voorbij Kasteel Doorwerth - door dijken beschermd in de lage uiterwaard - gaat het weer heuvelopwaarts. In de buurt van Heelsum neemt het aantal bloemrijke bouwlandstroken toe. Een bord maakt duidelijk dat het hier om ‘biotoopverbeterende akkerranden’ gaat. Een prachtig gezicht. De zon is weer doorgekomen en terwijl we ons enthousiast uitlaten over deze bloemenpracht-met-missie, zegt mijn vrouw: ‘Je wordt er blij van!’. Ze heeft gelijk.

In Heelsum lopen we over het terrein van de Ned. Herv. Kerk. Voor het hek van de begraafplaats staat een container van een bedrijf in recycling en restverbranding. Gelukkig is er niemand die zich kan storen aan ons geproest bij het zien van die tekst.

woensdag 4 juli 2012

Woeste hoogten (2); bedrieglijk

Bij de Posbank nemen we even rust in de namiddagzon. Ik vraag er - terwijl we Duitsland in het vizier krijgen - om en Köstritzer Schwarzbier. Het donkerste brouwsel dat voorradig blijkt, is een Westmalle Dubbel die ik mij prima laat smaken. Met dit prachtige weer is het uitzicht magistraal.

Dan gaan we naar beneden onder een stralende zon. 'Paarden op het pad', krijg ik van voor door. Inderdaad staat een kudde pony's in de schaduw van een brede bladerkroon. Grazers. Eerder zijn we al hooglanders tegengekomen . En waarschuwingsborden voor 'onvoorspelbaar reagerende dieren'. Avontuurlijk hoor. Tja, die beesten zien ons nog geeneens.

Het zandpad voert ons richting Velp. Opnieuw langs een heldere spreng in een heuvelend landschap. We passeren landgoed Beekhuizen dat in 1790 door de eigenaar werd geafficheerd als een soortement Alpenachtige omgeving, met watervalletjes en al: bedrieglijk echt. De intentie van de vroegere eigenaar is op bepaalde plaatsen nog goed herkenbaar.

Al snel volgt een klim over de Pinkenberg naar Rozendaal. Dit dorp blijkt met zijn 1.515 inwoners nog steeds een zelfstandige gemeente te zijn: de kleinste op Neerlandsch vasteland. En de minst dun bevolkte. Misschien niet vreemd, die onafhankelijke status, gelet op de toppositie Rozendaal inneemt als net wel/net niet rijkste van het land. Er (b)lijken wat (oud-)voetballers domicilie gekozen te hebben. Het is er mooi en er zullen weinig leeftijdsgenoten zijn die hier niet- op schoolreis - geweest zijn vanwege ‘De bedriegertjes’. Bij de Kapellenberg gaat het weer omhoog en daarna stevenen we af op Arnhem.

Zelfs in de stad lukt het de routemakers om de wandelaars door het groen te leiden. Na een stukje van woonwijk ‘Geitenkamp’ volgt park  ‘Klarenbeek’, met een tweetal bellevues ‘Hoogte 80’ en ‘Stenen Tafel’. Hier stond ooit een klooster dat bewoond werd door monniken. De uitslag van de Tachtigjarige Oorlog maakte een eind aan hun aanwezigheid.

De groene lijn blijft de leidraad. Die brengt ons naar de Weg achter het bos. Die gaat aan de overzijde van de stoplichten over in de Weg langs de begraafplaatsen. Ik zie ook Hebreeuws schrift en denk aan een afspiegeling van verzuild Nederland. Een laatste rustplaats heet Moscowa; een naam met historie.

Een klein eindje bij de Wagnerlaan door de bebouwing om snel langs een gebouwtje van de Oud-rooms-katholieke kerk naar Park Sonsbeek te gaan. Het is bijna 21.00 uur en we zijn zowat acht uur onderweg geweest als we arriveren bij de parkeerplaats waar de auto staat. Een geweldige wandeling door een grandioos landschap.