Friesland: koeien,
grasland, schaatsen, berenburg, tweetaligheid. Meren, Afsluitdijk, Waddenzee.
Klein Scandinavië. Die laatste staat niet in de officiële canon.
Als wij half augustus 2012 drie dagen in deze noordelijke provincie zijn, lijkt ons het aantal lange, blonde mensen opvallend groot. Is dat omdat ons referentiekader de Spaanse Brabander is? Of worden we ‘geframed’? Gemanipuleerd dus door de verwachting over ‘Noorwegen-Zuid’ die zich in ons brein heeft opgebouwd. Even terzijde: het rijzige van postuur blijkt geen garantie voor slank. Het in het oog lopende overgewicht heeft ook deze streek weten te vinden.
Als wij half augustus 2012 drie dagen in deze noordelijke provincie zijn, lijkt ons het aantal lange, blonde mensen opvallend groot. Is dat omdat ons referentiekader de Spaanse Brabander is? Of worden we ‘geframed’? Gemanipuleerd dus door de verwachting over ‘Noorwegen-Zuid’ die zich in ons brein heeft opgebouwd. Even terzijde: het rijzige van postuur blijkt geen garantie voor slank. Het in het oog lopende overgewicht heeft ook deze streek weten te vinden.
Bevestiging van de
klassieke beelden vinden we overal. Om te beginnen staat voor ons hotel een meer
dan levensgrote bronzen schaatser. Met op diens sokkel de namen van al de
bikkels die een Elfstedentocht wonnen. We verzuipen in de pompeblêden die op
werkelijk vanalles afgebeeld staan. Iedereen heet Postma, Dijkstra, Kooistra,
Minnema, Boomsma, Boonstra, Ferwerda. En indien niet, dan Faber, Althuisius en
grappig genoeg De Vries. Die laatste familienaam scoort hoog in de Nederlandse
top-10. Kun je nagaan hoeveel lieden in de loop der eeuwen deze landstreek
verlaten hebben.
Onze wandeltocht op
vrijdag 24 augustus voert ons door een leeg land. Kleine dorpjes zorgen voor
een aangename onderbreking. De kerkjes zijn oud, waarbij kloostermopvlakken en
romaans lijstwerk aan Zuid-Europa doen denken. Om 12.00 uur slaan de klokken en
wordt het gebeier van alle kanten aangevoerd uit gebedshuizen van hervormden, gereformeerden
en wederdopers. Het groen ziet er pasgewassen en zojuistbijgeknipt uit. De fietsers
groeten ons bij het passeren.
Bij een weg lezen we op een
bord dat de berm niet gemaaid wordt. Zulks bevordert de vlinderstand. En
werkelijk, het barst er van die beestjes. Dit lange, rechte lint voert ons naar
de zogenoemde ‘tegeltjesbrug’. Die kennen we nog uit een voorgaande editie Friesland,
waarin we een deel van het 11-stedentraject in een schuit aflegden.
Deze brug is misschien
wel hét icoon van de Friese karakteristiek. De busladingen Chinezen en
Japanners ontbreken. Wel is de afvalbak naast de houten banken overvol, een dissonant
binnen het keurig aangeharkte weidegebied van Fryslân. Friese knoestigheid op Makkumer
tegelwerk. Onvoorstelbaar in deze zomerzon en bij de lunchtemperatuur van 23°C.
Onder de boterham fotograferen
we dit Elfstedenmonument vanuit verschillende hoeken. De dame gaat helemaal op
in de digitale registratie van deze blauwwitte hulde aan de tocht der tochten. Na enig speurwerk spot ze ook het plaatwerk met onze Friesche troonpretendent.
Stine Jensen kan hier ter voorbereiding van haar volgende identiteitsboek de inspiratie vinden voor een hoofdstuk dat
zou kunnen heten: ‘Ik schaats, dus ik ben’.