Op 12 augustus bezochten we in Wassenaar het nieuwe museum Voorlinden. Particulier initiatief van Joop van Caldenborgh, die er moderne en hedendaagse kunst laat zien. Voor een groot deel uit eigen bezit. Het was me een feest.
Bij
binnenkomst hangt er een citaat. Ik herken het ogenblikkelijk: komt uit Joke J.
Hermans' ‘Stil de tijd'. Het blijkt het motto voor ‘De tussentijd’, te zien
in de zalen 1 t/m 7. Ik vind het prachtig, wat ik daar voorgeschoteld krijg. Ik
prik er voorzichtig in met mes en vork. Ruik en proef. De keuken is
internationaal.
Het
merendeel van wat hier hangt, ligt of staat is van tamelijk recente datum. Lang
sta ik stil voor een verticaal scherm waarop stukken papier naar beneden
dwarrelen. Dan zoomt de camera in op een man die in een bergdal boeken omhoog
gooit om deze vervolgens aan flarden te schieten. Alsof het om houtduiven gaat.
Hij lijkt trefzeker: ziet er geoefend uit. Het dwarrelen is prachtig. Zou ik zo
in ons huis willen hebben. Nou ja, bij wijze van spreken dan. Want om dit ‘Who
knows where the time goes’, video (2013) van de Mexicaan Gonzalo Lebrija tot
zijn recht te laten komen, is een zaalachtige omgeving nodig. Ervoor verhuizen
wil ik niet. Bovendien hangt ons huis vol met werk van Geert de Bruijn, en daar
ben ik zeer content mee.
Deze
video in Voorlinden zet me aan het denken. In het museum vraag ik me af wat ‘berekening’
is. Zo bestaat ‘Your Solar Attention’ van de Deen Solafur Eliasson uit 24
kristallen bollen die met messing pinnen in een cirkel aan de wand bevestigd
zijn. Elk is aan de buitenzijde met bladgoud verguld en wel zodanig dat de
toeschouwer zich in 24 maal op een andere keer weerspiegeld ziet. Soms op zijn
kop. Daar is over nagedacht. Het effect is bijzonder. Mogelijk had Solafur een
8 voor natuurkunde. Lichtbreking. Parabolen. Iets waarbij ik op de middelbare school
afhaakte. Er moet minutieus rekenwerk aan voorafgegaan zijn. Is dat wat ik
zoek? De ingenieuze mathematiek? Meer werken in deze ‘tijdscabine’ zijn
ingenieus.
Na afloop
lees ik de kleine catalogus. Behalve de uit de exacte vakken hebben de
kunstenaars ook geput uit gedachtenplooien die ver van mij afstaan. De gepresenteerde
symboliek achter wat weergegeven is, herken ik niet. En roept ook weinig bij me
op, hoewel ik graag door nieuwe horizonten verrast wil worden. De zin ‘dit trompe-l’oeil werk misleidt de
toeschouwer en vereeuwigt dat wat voor ons zo vluchtig is: afval’, ervaar ik
als ‘bij gebrek aan beter’. Even dacht ik dat een groepje van zes vuilniszakken
zo door de huishoudelijke dienst opgehaald zouden worden. Het blijkt hierbij te
gaan om ‘Pile’, van de Brit Gavin Turk. De tekst bij de kapotgeschoten boeken is te absurd om geciteerd te worden.
‘Filosofie is overal, in alle hoeken van de samenleving’, schrijft Ger Groot in zijn verhelderende ‘De geest uit de fles. Hoe de moderne mens werd wie hij is’ (Rotterdam, 2017). Wat valt met deze catalogustekst over de mens te zeggen? Hoe dan ook, ik voel me getergd bij het lezen van verklarende zinnen als bij ‘Pile’. Lijkt me een interessante ‘emotie’ om te bespreken met Geert de Bruijn. Misschien moet het onderwerp heten: ‘Waar eindigt de kunst en begint het lulverhaal?’. En onderwijl drinken we thee in zijn buitenatelier. Dat rijmt.
‘Filosofie is overal, in alle hoeken van de samenleving’, schrijft Ger Groot in zijn verhelderende ‘De geest uit de fles. Hoe de moderne mens werd wie hij is’ (Rotterdam, 2017). Wat valt met deze catalogustekst over de mens te zeggen? Hoe dan ook, ik voel me getergd bij het lezen van verklarende zinnen als bij ‘Pile’. Lijkt me een interessante ‘emotie’ om te bespreken met Geert de Bruijn. Misschien moet het onderwerp heten: ‘Waar eindigt de kunst en begint het lulverhaal?’. En onderwijl drinken we thee in zijn buitenatelier. Dat rijmt.